Ggz-instellingen hebben door de detachering van praktijkondersteuners steeds meer invloed in de spreekkamer van de huisarts. Dat meldt de Volkskrant. Volgens een peiling onder ruim 800 leden van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) is de praktijkondersteuner-ggz in bijna 40 procent van de gevallen gedetacheerd vanuit een ggz-instelling.
Critici stellen dat daarmee mogelijk een onafhankelijk verwijsbeleid in het gedrang komt, aldus de Volkskrant. De functie van ‘praktijkondersteuner huisarts ggz’ is juist in het leven geroepen om patiënten met psychische klachten weg te houden uit de dure tweedelijns zorg. Maar doordat de poh ggz vaak in dienst is van een groot ggz-concern bestaat het gevaar dat juist meer patiënten worden doorverwezen naar deze instellingen.
Basis-ggz
Inmiddels hebben zes van de tien huisartsen een praktijkondersteuner die patiënten met lichte psychische klachten begeleidt. Dat is een direct gevolg van bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg. In de plannen van minister Schippers voor een basis-ggz orden veel minder patiënten doorgestuurd naar de tweedelijns ggz. In plaats daarvan moeten huisartsen de zorg op zich nemen.
Franchise
Mede hierdoor dreigt de markt voor reguliere ggz-aanbieders te slinken. Mede in reactie hierop hebben de grote aanbieders franchiselabels opgezet. Een voorbeeld is Indigo dat via regionale BV’s die eigendom zijn van grote aanbieders als Parnassia en Altrecht, lichtere psychische zorg levert. Bovendien detacheert Indigo praktijkondersteuners.
Eigen werkgever
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) merkt in de Volkskrant op dat zulke afhankelijke praktijkondersteuners mogelijk “meer geneigd kunnen zijn om een patiënt door te verwijzen naar de eigen werkgever of naar de tweede lijn in het algemeen”. Dit gaat met name ten koste van vrijgevestigde eerstelijns psychologen. In Drenthe klagen deze psychologen volgens de Volkskrant al over een terugloop in cliënten.