De Amsterdamse binnenstad heeft vanaf 1 november geen ziekenhuis meer. Dan sluiten de deuren van het Prinsengrachtziekenhuis, de plek in hartje centrum waar in anderhalve eeuw honderdduizenden mensen zijn behandeld en BN’ers kind aan huis waren.
Het monumentale kruip-door-sluip-doorgebouw uit 1857 met de vele kamers, gangen en trappen voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Overal is nog enkel glas, de verf bladdert af en er zitten scheuren in de muren.
Kerstliederen
Met de sluiting verdwijnt een markant ziekenhuis. Er waren dagen dat ‘alles kon’: patiënten die hun huisdier mochten meenemen, een aids-patiënt die voor zijn sterven nog wilde trouwen of zieken die hun kamer omtoverden tot een soort huiskamer, waar familie en vrienden de deur platliepen. Met Kerstmis liepen verpleegkundigen zingend door de gangen, om patiënten met kerstliederen te vermaken.
Komaf
Verpleegkundigen werden zelfs geselecteerd om hun zangkunsten. “Maar daarnaast moesten ze van goede komaf zijn”, zegt Peter van der Meer, vicevoorzitter van de raad van bestuur. “Een van de vragen tijdens sollicitaties was: wat doet je vader?” De service en de klasse van de verpleegkundigen was zelfs zo goed, dat de KLM ze maar al te graag wilde overnemen. Mannen mochten er pas in 1978 aan de slag.
Amicaal
Ook het gebouw zelf ademt de intieme sfeer van een huiskamer. De serene binnentuin met houten serre lijkt eerder een plek voor gezellige etentjes. Patiënten die na een operatie ontwaakten uit een narcose, keken door een groot raam uit op de gracht.
“Normaal ontwaak je in een dichte kamer tussen allemaal apparaten”, memoreert Van der Meer. “Er hing hier een prettige sfeer: het was allemaal wat amicaler en minder hectisch. In de spreekkamers werd tot eind jaren negentig zelfs gerookt.” Het ziekenhuis was daarom een geliefde plek voor de gegoede burgerij en BN’ers, onder wie Simon Carmiggelt en Ramses Shaffy.
Projectontwikkelaar
Tot eind 2012 werden er nog kleine operaties uitgevoerd. De bedden werden in 1994 opgeheven, toen het Prinsengrachtziekenhuis een gedwongen huwelijk aanging met het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) naast het Amsterdamse Oosterpark. Het pand aan de Prinsengracht werd een polikliniek. Er waren nog wel plannen om het gebouw te verbouwen en als ziekenhuis te behouden. “Maar het bleek te duur. Het is een rijksmonument, waardoor je veel intact moet laten.” Het gebouw is verkocht aan een projectontwikkelaar. (ANP)