De helft van de Nederlanders vindt dat kinderen verantwoordelijk zijn voor de zorg voor hun ouders. Opvallend is dat het vooral jongeren die deze mening toegedaan zijn, terwijl vooral 45-plussers zijn die daadwerkelijk te maken hebben met ouders of schoonouders die hulp nodig hebben. Dat blijkt uit onderzoek van Centraal Bureau voor de Statistiek.
Van de jongeren tussen de 18 en 25 jaar vindt 80 procent dat volwassen kinderen voor hun ouders moeten zorgen als dat nodig is. Naarmate de leeftijd stijgt, neemt het aandeel dat die mening deelt af, constateert het CBS. Zo vindt nog maar 34 procent van de 55-plussers dat kinderen verantwoordelijk zijn voor de zorg van ouders.
45-plussers
Bij de meeste jongeren speelt het ook nog helemaal niet. Van de 18- tot 25-jarigen heeft maar 8 procent hun ouders of schoonouders geholpen bij huishoudelijke taken. Van de 45- tot 55-jarigen is dat 23 procent. Bij het geven van dagelijkse verzorging hebben respectievelijk 2 en 6 procent hun (schoon)ouders ondersteund. Naarmate de ouders verder op leeftijd zijn, is de kans op gezondheidsproblemen groter en hulp eerder nodig.
Ouderen met ouders
De 65-plussers geven het minst vaak zorg. Hun ouders zijn immers meestal al overleden. Leven de eigen ouders nog wel, dan heeft een naar verhouding groot deel hen geholpen bij huishoudelijke taken (40 procent) of bij de dagelijkse verzorging (9 procent). Van alle mensen die één of beide ouders nog hebben, heeft bijna 16 procent hun ouders bij huishoudelijke taken ondersteund, en ruim 3 procent bij de dagelijkse verzorging, aldus het CBS.