Vrouwen die deelnemen aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker zouden vooraf beter geïnformeerd moeten worden over het psychologische effect dat een eventuele doorverwijzing kan hebben. Nu kampen veel vrouwen met angst en depressieve klachten, zelf als blijkt dat er toch niets aan de hand was. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Tilburg.
Het is zelfs goed mogelijk dat de nadelen van het bevolkingsonderzoek niet opwegen tegen de voordelen. Verschillende wetenschappers twijfelen of de mammogrammen – de borstfoto’s – wel leiden tot een lager aantal vrouwen dat sterft aan borstkanker. “Wij vroegen ons af hoe het met de nadelen zit, als de voordelen mogelijk nihil zijn”, legde Claudia Keyzer-Dekker uit.
Promotie
Volgende week vrijdag promoveert zij op het onderwerp. “Het blijkt dat als vrouwen een vals positief mammogram krijgen, zij vaak te maken krijgen met angst en depressieve klachten. Daardoor ervaren ze een verslechterde kwaliteit van het leven tot zelfs een jaar nadat de diagnose is gesteld dat er geen sprake is van borstkanker.”
Deze groep vrouwen is gezond en heeft geen klachten. Bovendien wordt het onderzoek als iets gewoons gezien. “Het is even langs de bus gaan. Maar als ze worden doorverwezen omdat er iets te zien is, komen ze plotseling in een medische molen terecht”, zei Keyzer-Dekker. Jaarlijks laten 900.000 vrouwen een mammografie maken. Zo’n 20 vrouwen op de 1000, dus 18.000 in totaal, krijgen een doorverwijzing. Ongeveer 6 op die 20 vrouwen blijkt daadwerkelijk borstkanker te hebben.
Folder
“Die gegevens staan wel in een folder die meekomt met de oproep voor het onderzoek. Wij pleiten ervoor dat ook op voorhand de psychologische, nadelige effecten benoemd worden. Dan kunnen vrouwen er rekening mee houden. Ook moet hun geadviseerd worden dat, als ze er last van krijgen, ze aan de bel trekken bij bijvoorbeeld de huisarts”, bepleit Keyzer-Dekker.