Er bestaat een groot tekort aan allochtone medisch specialiste, wat slecht is voor de kwaliteit en de kosten van de zorg. Niet-westerse artsen komen vaak moeilijk op de opleidingen tot specialist onder meer door vooroordelen. Dat meldt De Volkskrant op basis van recent onderzoek en praktijkervaringen van allochtone artsen.
Volgens onderzoek van hoogleraar Tineke Abma ligt het onder meer aan een taalachterstand waardoor allochtone artsen niet foutloos Nederlands spreken dat zij moeilijk op de opleidingen tot specialist komen, waar de plekken schaars zijn. Ook de leeftijd speelt mee; de allochtone artsen zijn gemiddeld iets ouder. Abma stelt in de Volkskrant voor dat de specialisten kritisch naar hun selectiecriteria moeten kijken. ‘Het is misschien confronterend, maar de medische stand heeft de neiging zichzelf te klonen. Ze zoeken mensen die zijn zoals zij zelf, witte mannen vooral. Een ballerig accent is dan geen probleem, een Arabisch wel. Zelfs als er grote tekorten zijn, zoals bij pathologie bijvoorbeeld, wordt een westerse immigrant gehaald, een Fin of zo.”
Bijspijkeren studenten
Het VUmc gaat allochtone studenten bijspijkeren, zodat er meer niet-westerse specialisten komen. Vaak worden zij nu huisarts of keuringsarts. Eenderde van de studenten medicijnen in de grote steden is niet-westers, terwijl het aantal allochtone medisch specialisten op 5 á 6 procent ligt. De cijfers uit het onderzoek van Abma zijn schattingen; registreren op basis van etniciteit mag niet.