Bestuurders in de zorg kunnen de komende jaren niet langer meer dan een minister verdienen. Het nieuwe kabinet schroeft de norm voor topinkomens in de publieke en semipublieke sector terug van 130 procent van een ministersalaris naar 100 procent.
Met het oog hierop wil het nieuwe kabinet het wetsvoorstel normering topinkomens (WNT) aanpassen. Wel is het mogelijk om onder niet nader gespecificeerde omstandigheden uitzonderingen te maken op de nieuwe norm. Het kabinet denkt met de verlaging van de topinkomens jaarlijks 10 miljoen euro te besparen.
Nullijn
Om de loonkosten in de zorg te beteugelen is het kabinet voornemens om vanaf 2016 een nullijn in te voeren. In tegenstelling tot werknemers elders in de (semi)publieke zijn medewerkers in de zorg hier tot nu toe uitgezonderd van geweest. “Het is dus redelijk van hen een bijdrage te vragen”, aldus de uitleg in het regeerakkoord.
Procedure
Met het oog op de voorgenomen loonmatiging in de zorg zet het kabinet per onmiddellijk een procedure in gang om het convenant overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling in de zorg (OVA) op te schorten. Dit convenant maakt het vooralsnog onmogelijk om de loonontwikkeling in de zorg rechtstreeks aan te pakken. De maatregel moet uiteindelijk een besparing van 400 miljoen euro per jaar gaan opleveren. Om de pijn te verzachten maakt het kabinet 100 miljoen euro vrij voor het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van specifieke groepen zorgmedewerkers.
Ondernemersvoordeel
De medisch specialisten worden de komende kabinetsperiode jaarlijks met 100 miljoen euro gekort. Ook vervalt het fiscale ondernemersvoordeel voor medisch specialisten. Daarnaast wil het kabinet de vorming van mega- of regiomaatschappen ontmoedigen.