Kinderen die te vroeg of te licht geboren zijn en kinderen met aangeboren afwijkingen moeten gevaccineerd worden tegen het rotavirus. Daarvoor pleit kinderarts en epidemioloog Patricia Bruijning-Verhagen van het UMC Utrecht.
Ze deed vijf jaar lang onderzoek in vier ziekenhuizen en ontdekte dat deze kwetsbare kinderen vaker opgenomen worden met het virus, dat ernstige diarree veroorzaakt. Sommige kinderen gaan er zelfs aan dood.
Rijksvaccinatieprogramma
Ideaal zou Bruijning-Verhagen het vinden als het vaccin tegen het rotavirus in het rijksvaccinatieprogramma werd opgenomen en alle kinderen het dus zouden krijgen, maar dat is duur. Daarom pleit ze ervoor om in ieder geval wel kinderen uit de risicogroepen in te enten. Dat moet dan gebeuren voordat ze 8 maanden zijn.
Bruijning-Verhagen heeft de resultaten van haar onderzoek inmiddels voorgelegd aan de Gezondheidsraad, die minister Schippers (Volksgezondheid) adviseert over vaccinatiebeleid. Mocht die besluiten dat kwetsbare kinderen inderdaad dienen te worden ingeënt tegen het rotavirus, dan kan dat via het rijksvaccinatieprogramma of via kinderartsen.
Risicogroepen
“Het gaat om kinderen met een grote zorgbehoefte, die in de eerste maanden van hun leven allemaal wel vaker bij een kinderarts komen. Daarom zou rotavirusvaccinatie ook heel goed via hen georganiseerd kunnen worden”, stelt de onderzoekster.
Alle kinderen komen met het rotavirus in aanraking, maar niet iedereen wordt er ziek van. Uitdroging door de diarree is vaak de reden van ziekenhuisopname. Daar wordt dan vocht toegediend. Jaarlijks worden in Nederland bijna 5000 kinderen in het ziekenhuis opgenomen met het virus, becijferde de onderzoekster. Ze promoveert donderdag op haar bevindingen. (ANP)