Een foetus van 23 weken oud heeft in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) met succes een dotterbehandeling ondergaan. Het ongeboren kind had een verkleefde hartklep, waardoor de linker hartkamer onvoldoende groeide.
De specialist foetale therapie van het LUMC, Dick Oepkes, bracht daarom via een naald een ballonnetje in, die de klep openduwde en daarna weer werd verwijderd, bevestigt hij zaterdag berichtgeving in de Volkskrant. Het jongetje is inmiddels zeven maanden oud en heeft intussen nog een tweede dotterbehandeling gehad. “Daarbij bleek ook dat het hartklepje moest worden vervangen, en dat moet in de toekomst nog wel eens gebeuren”, aldus Oepkes.
Volwassen
Zonder de ingreep in de baarmoeder was het kind geboren met een onderontwikkelde linker hartkamer. “Dat kan na de geboorte niet meer worden gerepareerd en de kans dat hij dan ouder was geworden dan 20 was niet heel groot” legt Oepkes uit. “Nu konden we het traject na de geboorte sterk verbeteren en is de kans groot dat hij gewoon volwassen kan worden”,
Precisiewerk
Het LUMC is gespecialiseerd in operaties in de baarmoeder. “Wij zijn het landelijk centrum en voeren met vier mensen zo’n 200 operaties per jaar uit”, aldus Oepkes. Daarbij gaat het om precisiewerk. Het hart van de foetus is zo groot als een olijf en de aorta zo dun als een spaghettisliert. De kans op succes bij de ingreep is overigens niet gegarandeerd. Twee andere foetussen die de operatie ondergingen, overleden in de baarmoeder. (ANP)