Er komen geen maatregelen tegen nieuwe bloedverdunners die maag- en darmbloedingen kunnen veroorzaken. Dat heeft minister Schippers van Volksgezondheid woensdag aan de Tweede Kamer geschreven op vragen van de SP.
In juni bleek uit een onderzoek van het Erasmus MC in Rotterdam dat het risico op bloedingen bij de nieuwe antistollingsmiddelen 45 procent hoger is dan bij de huidige standaardbehandeling. Bloedverdunners zorgen ervoor dat het bloed dun genoeg blijft en er geen bloedstolsels ontstaan.
Geen aanleiding
Het College ter beoordeling van geneesmiddelen (CBG) was op de hoogte van de risico’s toen het de middelen toeliet op de markt en ziet volgens Schippers geen aanleiding om nu maatregelen te nemen. Het CBG maakt samen met de Europese registratieautoriteiten de afweging of de balans tussen werkzaamheid en risico’s bij medicijnen nog positief is.
Controleren
Met traditionele bloedverdunners (zoals acenocoumarol en fenprocoumon) moet de patiënt zich regelmatig laten controleren bij de trombosedienst. De nieuwe generatie (nieuwe orale anticoagulantia, NOAC) is makkelijker in gebruik. Daarmee hoeft de patiënt niet meer steeds langs de trombosedienst.
Schippers wijst er op dat tegenover het licht verhoogde risico op bloedingen een veel lager risico op ernstige hersenbloedingen staat. “Het blijft bij het voorschrijven altijd zoeken naar een balans”, aldus de bewindsvrouw. Het CBG volgt het gebruik en de risico’s van de nieuwe antistollingsmiddelen “intensief”.
Meldingen
Het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb heeft tot eind juli 239 meldingen van bijwerkingen gekregen van de nieuwe middelen dabigatran en rivaroxaban. Daarbij was in 11 gevallen sprake van een overlijden, maar daarbij staat de relatie met deze middelen niet vast en is soms ook onwaarschijnlijk, aldus de minister. (ANP)