30 Procent van de patiënten met een hart- en vaatziekte kan voor reguliere zorg en controle terug van de cardioloog naar de huisarts. Dat blijkt uit een inventarisatie van patiëntendossiers in het BovenIJ Ziekenhuis in Amsterdam, zo meldt MedNet.
Het terugverwijzen van patiënten naar de eerste lijn is niet alleen kostenbesparend, maar ook goed voor de patiënt. “De huisarts zit veel dichter op de patiënt, hij kent de thuissituatie beter”, zegt cardioloog Ad Bakx, mede-initiator van het project. De cardioloog kreeg voor het project de zogeheten Dappere Dokter 2013- prijs van de KNMG-afdeling Amsterdam. De prijs is bedoeld voor een artsen die ook nee aan hun patiënten durven te verkopen.
Bij het beoordelen van de dossiers is onder meer gekeken naar co-morbiditeit, zoals atriumfibrillatie, hartfalen of kleplijden, als ook naar de stabiliteit van de patiënt. Koetsier: “Doorslaggevend was de mate van kleplijden en de kwaliteit van de ventrikelfunctie, maar ook de mate en frequentie van benauwdheids- of pijnklachten”, legt huisarts David Koetsier van de Regionale Organisatie Huisartsen Amsterdam (ROHA) uit. “Bij gering kleplijden en een voldoende ventrikelfunctie is iemand al snel stabiel. En een patiënt die slechts vijf keer per jaar nitrospray gebruikt is ook stabiel.”