Het opsporen van fraude in de zorg moet in de toekomst ondergebracht worden bij de Inspectie SZW. Dit betekent dat de opsporingsfunctie buiten het takenpakket van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) moet blijven. Dat staat in een verkennend rapport van onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix (AEF) in opdracht van het ministerie van VWS.
De NZa heeft in het huidige stelsel twee taken. De toezichthoudende en de regulerende taak. Om hier ook de opsorende taak aan toe te voegen gaat volgens AEF te ver. “De NZa is als regulator en toezichthouder verantwoordelijk voor het ‘maken en bewaken’ van de zorgmarkten. Het toevoegen van opsporing aan het takenpakket zou betekenen dat de NZa een zeer breed takenpakket krijgt toebedeeld, waarbinnen ook spanningen kunnen optreden.” Met name marktwerking en innovatie zouden daardoor soms moeilijk van de grond kunnen komen.
Capaciteit
AEF stelt dat de Inspectie SZW de komende jaren in eerste instantie zo’n 50 FTE nodig zal hebben om de opsporing van zorgfraude te kunnen uitvoeren. Daarnaast heeft de FIOD ook nog capaciteit om aan opsporing te doen. AEF sluit niet uit dat er in de toekomst meer capaciteit nodig is.
De Inspectie SZW heeft nu al de opsporing van PGB-fraude onder haar hoede.