Van de 212 afgeronde projecten die het Innovatiefonds Zorgverzekeraars de afgelopen jaren financieel steunde, hadden er 158 een middelgrote tot grote impact. Bijna viijftig hadden zo’n grote impact dat ze bijvoorbeeld een product of behandelmethode opleverden die inmiddels wordt gebruikt door zorginstellingen. Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Nivel.
Bijna 110 projecten hadden een middelgrote impact, zoals publiciteit in vakbladen, een film voor een breed publiek of cursusmateriaal voor zorgverleners. Projecten die een kleine impact hadden, hadden meestal een maatschappelijk karakter. Bijvoorbeeld een dagje uit met cliënten om een concert te bezoeken. In totaal haalde ruim negen van de tien afgeronde projecten de gestelde doelen.
Alzheimercentrum
De projecten met een grote impact waren vooral implementatie-, kennis- en ontwikkelingsprojecten. Onderzoeker Lisanne Verweij: “Je moet dan bijvoorbeeld denken een project over vroeggeboren baby’s die na een lange tijd in het ziekenhuis voor het eerst thuis komen. Vaak betekent dat nogal wat voor ouders. Dankzij dit project is er nu extra zorg voor deze ouders opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering.” Andere voorbeelden zijn de bouw van het Alzheimercentrum, waardoor Nederland nu internationaal status heeft in het verbinden van onderzoek en praktijk, een betere diagnostiek van de ziekte van Parkinson door de huisarts of vasculaire zorg aan bejaarden om dementie te voorkomen. De impact kan de komende tijd nog verder toenemen, omdat sommige projecten nog niet zo lang zijn afgerond.
Het succes van de projecten van het Innovatiefonds heeft twee oorzaken. Allereerst de strenge toelatingseisen. In de periode 2007-2013 werden 1591 projectenaanvragen ingediend bij het Innovatiefonds. Daarvan zijn er 326 (20 procent) projecten toegekend. Om toegekend te worden moet een project onder meer een duidelijk doel hebben en gericht zijn op bevordering van kwaliteit en doelmatigheid van de zorg of zorgverzekering. Bovendien moet het praktijkgericht zijn een landelijke insteek hebben.
Betrokkenheid
Een andere succesfactor heeft te maken met de persoonlijke betrokkenheid van de medewerkers van het Innovatiefonds. Verweij: “We hebben telefonische interviews gehouden met vertegenwoordigers van projecten en die waarderen de manier van werken heel positief, met een 8,7. Als een project uit dreigde te lopen omdat er een projectleider uitviel, zei het fonds niet: we vorderen ons geld terug. Maar: hoe kunnen we er samen voor zorgen dat je het toch redt? Bovendien brachten ze mensen met gelijksoortige aanvragen met elkaar in contact zodat ze kennis konden delen, of hielpen ze projecten aan kennis uit eerdere projecten.”
Vijf miljoen
Sinds 1999 stelt het Innovatiefonds Zorgverzekeraars jaarlijks vijf miljoen euro beschikbaar uit de reserves van de vroegere vrijwillige ziekenfondsverzekering van zeven zorgverzekeraars (Achmea/Agis, CZ/Delta Lloyd, Menzis/Azivo, VGZ, Eno, Zorg en Zekerheid). In 2006 bleek dat de bestedingen van het fonds te breed en versnipperd waren. Sindsdien werkt het fonds met afgebakende thema’s waarvoor organisaties aanvragen kunnen indienen.
Directeur Ine van Hest: “Het Innovatiefonds bestaat nu vijftien jaar. En bij de oprichting hebben we in een convenant afgesproken dat we de beschikbare gelden in twintig jaar zouden afbouwen. Vanaf volgend jaar hebben we dus nog vier jaar. We wilden weten hoe we het geld die laatste vier jaar zo goed mogelijk kunnen besteden. Hoe zit het met de resultaten tot nu toe? Vandaar dat we om dit onderzoek gevraagd hebben. De resultaten kan ons bestuur gebruiken voor zijn beslissingen. Bijvoorbeeld door nog meer te focussen op projecten met grotere impact. Dat de uitkomsten zo positief zijn, verbaast ons niet heel erg. We zitten er natuurlijk dicht op. Maar het is wel prettig als een onafhankelijk insituut tot zo’n conclusie komt.”
Nivel onderzocht op basis van documenten uit de archieven 269 projecten die tussen 2007 en 2013 financiële steun kregen. Daarvan zijn 212 in die periode afgerond. Verder zijn telefonische interviews gehouden met een selectie van 40 vertegenwoordigers van projecten om de impact en het succes van projecten in kaart te brengen nadat de financiering is gestopt.