Vanaf april of mei 2015 gaat het fout met het zorgstelsel, vreest Kars Hazelaar, bestuursvoorzitter van zorgorganisatie Opella te Ede. “Want dan krijgen de burgers de rekening van de eigen bijdragen voor hun thuiszorg op de mat.”
Hazelaar zegt dit in Skipr magazine 12 van 2014 tegen interviewer Willem Wansink. Hij hekelt de macht van de vier grote zorgverzekeraars: “Er wordt niet serieus naar ons geluisterd. In de onderhandelingen met de zorgverzekeraars gaat het nooit om kwaliteit. Alles wordt procesmatig afgehandeld.” Als dit niet binnen twee jaar verandert, dan mislukt volgens hem het huidige zorgstelsel.
Knip
Dat gebeurt zeker als staatssecretaris Van Rijn de knip laat bestaan. De knip betekent dat de langdurige zorg, volgens de plannen van VWS, per 1 januari 2015 wordt verdeeld tussen gemeenten en zorgverzekeraars. Hij hoopt dat het volgende kabinet die knip alsnog repareert. Hazelaar, zelf ooit opgeleid tot verpleegkundige: “Het is fundamenteel fout dat de verpleegkundige zorg niet onder de gemeenten is komen te vallen, maar naar de zorgverzekeringswet gaat. Daar is enorm voor gelobbyd door belangengroepen en patiëntenverenigingen.”
Angst
“Het is alllemaal angst. Alsof het alleen goed is wanneer er een verpleegkundige langs komt. Daarmee doe je honderdduizenden professionals onrecht aan. Alsof huishoudelijke hulpen onbenullen zijn, net als thuisbegeleiders, maatschappelijk werkers, bejaardenhulpen en mantelzorgers. Zij zijn net zulke goede of slechte verzorgers als de verpleegkundigen.”
Ontwricht
“We hebben de professionals in de zorg belangrijker gemaakt dan mensen,” zegt de Opella-bestuurder verder in Skipr. “Er komt professionele hulp in plaats van dat we weten wie die hulp krijgt. Daardoor zijn de menselijke verhoudingen ontwricht geraakt. We moeten elkaar weer leren kennen en de menselijke verhoudingen herstellen.”
Aandacht
Er kan niet simpelweg worden teruggegrepen op de klassieke wijkverpleegkundige die verplicht boven het wijkgebouw woont en 24 uur per dag beschikbaar is zonder behoorlijk loon, weet hij. “Het lukt wel met eenvoudige zorg. Aandacht, daar gaat het om. Een huishoudelijke hulpverlener hoeft geen superprofessional te zijn. Want met dienstbaarheid bereikt die vaak meer.”