Ondanks het mislukte experiment in de mondzorg houdt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vertrouwen in de deregulering van de eerste lijn. Deregulering kan in belangrijke mate bijdragen aan publieke belangen als kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid, zo stelt de NZa. Als het aan de NZa ligt, zouden er daarom in de basis ggz, verloskunde, kraamzorg en logopedie vanaf volgend jaar vrije prijzen kunnen gaan gelden.
Voor de farmacie, diëtiek en fysiotherapie wil de NZa bekijken onder welke voorwaarden de huidige prestatiebeschrijvingen kunnen worden losgelaten. Ook in de mondzorg ziet de NZa opnieuw ruimte voor vrije prijzen, zij het onder geleide van de zorgverzekeraars. Zo zouden zorgverzekeraars en aanbieders van mondzorg het samen eens moeten worden over vrije prestaties. Ook zouden de prijzen alleen vrij gegeven kunnen worden onder voorwaarde van een contract met de zorgverzekeraars.
Mengvorm
Het advies van de NZa is opvallend, omdat het eerdere experiment met vrije prijzen in de mondzorg volgens de marktmeester leidde tot een verhoging van de prijzen van zo’n 10 procent. Op aandringen van de Tweede Kamer werd het experiment daarom in 2012 gestaakt. Vooralsnog is ook in 2015 sprake van tariefregulering voor behandelingen bij de tandarts en orthodontist.
In de signalering laat de NZa de huisartsenzorg goeddeels buiten beschouwing. Dit heeft te maken met het feit dat de huisartsenzorg volgend jaar te maken krijgt met een nieuw drie segmenten-model, waarin onderscheid gemaakt wordt tussen basiszorg, multidisciplinaire zorg en vernieuwende zorg. Hoewel de NZa spreekt van “een mengvorm van reguleringsmechanismen met veel vrijheden voor het bekostigen van resultaten en innovatie”, blijft ook de huisartsenzorg voor een groot deel gebonden aan maximumtarieven.
Belemmering
In algemene zin vindt de NZa dergelijke overheidsregulering ongewenst. Volgens de NZa zijn de huidige financieringsregels onvoldoende eenduidig en vormen ze een belemmering voor innovatie, slimmere organisatie van de zorg en individueel c.q. lokaal maatwerk. “Individueel maatwerk wordt immers belemmerd als partijen teveel in een keurslijf worden gedwongen”, aldus de NZa. Deregulering moet een opening maken naar “nieuwe mogelijkheden voor ketenafspraken, uitkomstfinanciering, populatie bekostiging, case management en risicodeling tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar. Ook het afstemmen van producten op veranderingen in het verzekerd pakket zal sneller kunnen verlopen bij vrije prestaties.”
Met het weergeven van een meerjarenperspectief op regulering en deregulering hoopt de NZa ook meer ‘regelrust’ te creëren.