Het Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO) heeft vooralsnog niet geleid tot een betere kwaliteit van leven van ouderen. Dat stelt Henriette van der Horst, voorzitter Ouderennet VUmc, tijdens het congres ‘Nieuwe kijk op de praktijk’ in Amsterdam. Met het verbeterpogramma is circa 80 miljoen euro gemoeid.
Van der Horst zette tijdens het congres de resultaten van acht projecten, waaronder (G)OUD (Gezond Oud in Limburg) in Maastricht en FIT in Amsterdam naast elkaar en concludeerde over de interventies die in het kader van NPO zijn gedaan. “Als je wilt, kun je het doen, maar het hoeft niet”, aldus Van der Horst. Onderzoekers vonden geen of nauwelijks effecten op kwaliteit van leven en psychisch welbevinden. Ouderen en zorgverleners waren wel tevreden over de zorg die werd geboden, maar het had geen of weinig effect op de kwaliteit van leven.
Het NPO heeft gelopen in de jaren 2008 tot 2013. Momenteel is de tweede fase begonnen, dat loopt tot 2016. Deze fase is meer bedoeld om de uitkomsten te verspreiden onder zorginstellingen, huisartspraktijken en ziekenhuizen. Opdrachtgever is het ministerie van VWS. Er is meer dan tachtig miljoen euro aan besteed.
Als mogelijke verklaring voor de weinig verschil makende resultaten noemde Van der Horst het onderzoeksmodel. Het NPO heeft gebruik gemaakt van het Chronic Care Model uit de VS. De zorg is daar nog veel meer gefragmenteerd dan in Nederland. Ook zette ze vraagtekens bij het begrip gezondheid dat is gebruikt in de onderzoeksopzet. Van der Horst wil in de toekomst de term ‘natuurlijke veerkracht’ gaan gebruiken bij het omgaan met tegenvallers als ziekte.