De helft van alle Nederlanders vindt wachtlijsten voor hulp bij psychische problemen onacceptabel. Een kwart zou bereid zijn om meer premie te betalen om sneller geholpen te worden. Dit blijkt uit onderzoek van ggz-instelling U-center onder 1.051 Nederlanders.
Nederlanders vinden wachttijden en -lijsten het belangrijkste bij hun keuze voor een behandelaar, na de kwaliteit van de zorg. Volgens het onderzoek van U-center is bijna een kwart van de ondervraagden bereid tien procent meer premie te betalen, 5 procent zou zelfs 20 procent bijbetalen. Bijna de helft van de ondervraagden zou willen bijbetalen om op het moment dat ze het nodig hebben sneller aan de beurt te zijn.
Directeur behandelzaken van U-Center Ingrid Weijnen: “Het is niet verwonderlijk dat mensen een te lange wachttijd een punt van zorg vinden. Ook als de behandeling niet acuut is, is elke dag dat iemand later terecht kan er een teveel. De meeste mensen zoeken pas hulp voor hun psychische klachten als het water hun aan de lippen staat.”
Normen
Met de wachttijden is het in de ggz nog altijd niet goed gesteld. De Nederlandse Zorgautoriteit liet hier in het najaar van 2014 onderzoek naar doen. Uit deze marktscan van de jaren 2009 tot 2014 bleken vooral de wachttijden bij aanbieders in de gespecialiseerde ggz te lang. Sommige aanbieders overschrijden de zogeheten treeknorm, de norm voor hoe lang wachttijden maximaal mogen zijn. Die norm is vier tot acht weken, afhankelijk van de aandoening en behandeling.
Transparantie
De informatie die zorgaanbieders geven over hun wachttijden kan beter. “De informatie is niet transparant genoeg: de wachttijd tot intake en de wachttijd tot behandeling is soms diep verstopt op websites en pas na lang zoeken te vinden. Ook worden termen gebruikt die patiënten niet altijd begrijpen. De voorlichting kan beter”, zegt woordvoerster Mirjam Drost van het Landelijk Platform GGz (LPGGz).
De meerderheid van de ondervraagden uit het onderzoek van U-center vindt het een taak voor zorgaanbieders om hier iets mee te doen. Wat veel mensen niet weten is dat hun zorgverzekeraar verplicht is te helpen om in ieder geval een zorgaanbieder te vinden die binnen de afgesproken norm blijft.
Zorgplicht
“Verzekeraars hebben zorgplicht”, zegt Drost van het LPGGz. “Als wachttijden te lang zijn, moet de zorgverzekeraar meer zorg inkopen om te zorgen dat er meer behandelplekken komen of een andere aanbieder zoeken die wel plek blijft. De zorgverzekeraars moeten daar veel pro-actiever in zijn.”
Het LPGGz vindt ook dat er vaker onderzoek moet worden gedaan naar de wachttijden. “Een keer per jaar is niet genoeg, daar hebben patiënten die nu op de wachtlijst staan niets aan. Voor hen kunnen de wachtlijsten grote persoonlijke gevolgen hebben”, zegt Drost. “Wij zullen er ook bij de minister en Tweede Kamer op aan blijven dringen dat er vaker onderzoek wordt gedaan.”
Informatie delen
Zorgverzekeraars zeggen weinig zicht te hebben op de wachtlijsten van ggz-instellingen, omdat ze sinds 2014 de tweedelijns zorg niet meer gezamenlijk inkopen maar alleen voor hun eigen verzekerden. Brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland (ZN) roept ggz-instellingen op om hun actuele wachtlijsten te delen met zorgverzekeraars en cliënten. Volgens een woordvoerder van ZN verschilt het per ggz-instelling hoe open over de wachtlijst wordt gecommuniceerd.
In het eerste kwartaal van 2015 publiceert de NZa het tweede deel van de marktscan ggz. Hierin staan een nadere analyse van de wachttijden, het contracteringsproces en de transparantie van de kwaliteit van zorg centraal.