Zorgbestuurder Hugo Keuzenkamp stoort zich aan de steeds strenger wordende regelgeving voor de toetsing van bestuurders. “De accreditatie van bestuurders in de zorg is modieuze kolder. Volstrekte lariekoek.”
Dit zegt Keuzenkamp in het meinummer van Skipr magazine tegen interviewer Willem Wansink.
Keuzenkamp is bestuurslid van het Westfriesgasthuis in Hoorn en oud-directeur van het ziekenfonds bij Delta Lloyd. “Wat betekent zo’n accreditatie? Dat je een diploma moet halen of een gesprek moet voeren met de familie Doorsnee?”
“Je hebt juist bestuurlijke diversiteit nodig”, stelt hij in Skipr. “Maar je moet ook de buitenbeentjes de ruimte geven, zelfs met het risico dat het af en toe fout loopt. Doe je dat niet, dan krijg je een conservatieve sector.”
“Terughoudender worden”
Tegelijkertijd wijst Keuzenkamp op de neiging van medisch specialisten om patiënten te lang door te behandelen en de mogelijkheden die zij hebben om dat te doen. “We moeten af van de vanzelfsprekende houding dat artsen ‘er nog een keer tegenaan gaan’. Professionals moeten terughoudender worden. Dat is pas verantwoorde zorg.”
Keuzenkamp: “Opereren is handel. Zo lang specialisten worden betaald om te acteren in plaats van te praten, krijg je actie. Bij ons is de medische staf bijna volledig in loondienst, daardoor kan zo’n discussie wat gemakkelijker worden gevoerd”, erkent hij.
Levenseinde
In West-Friesland, de Noord-Hollandse regio waar het Westfriesgasthuis zich op richt, is een onderzoek begonnen hoe er wordt omgegaan met ouderen die een heup breken. Orthopeden, huisartsen en verpleeghuizen doen eraan mee. Keuzenkamp: “Wat kunnen we met zijn allen verbeteren aan hun zorg? Die afweging dient transparanter te worden.”
Zijn opmerking past in de actuele discussie over een andere kijk op het levenseinde. Ook de rol van de huisartsen verandert, stelt de bestuurder van het Westfriesgasthuis. “Zij moeten eerder met kwetsbare ouderen praten over het naderende levenseinde. Dat gebeurt nog te weinig omdat het moeilijk is.”