Mensen met minder gezondheidsvaardigheden voelen zich minder gezond, ze hebben meer moeite met zelfmanagement, hun ‘eigen regie’ over de zorg is minder en ze bezoeken vaker de huisarts dan mensen die minder moeite hebben informatie over hun gezondheid te begrijpen en toe te passen. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Iris van der Heide op basis van onderzoek bij het NIVEL en het RIVM.
Van der Heide deed onderzoek naar zogenoemde gezondheidsvaardigheden. In hoeverre hangt iemands begrip van informatie over gezondheid samen met gezondheid en met persoonskenmerken, zoals leeftijd en sociaaleconomische status?
Vooral oudere mensen en mensen met een relatief lage sociaaleconomische status bleken moeite te hebben om informatie over gezondheid te begrijpen en toe te passen. En juist deze mensen vonden hun gezondheid minder goed dan mensen die daar minder moeite mee hadden. Uit onderzoek is bekend dat de gezondheidsvaardigheden van 30 tot 50 procent van de mensen onvoldoende zijn.
Beleid
Zorgverleners en beleidsmakers zouden hierop in moeten spelen, stelt Van der Heide. “Zorginstanties, screeningsorganisaties en zorgverleners moeten zich hiervan bewust worden om ook deze mensen goede zorg te kunnen leveren. Het is belangrijk dat zij bijvoorbeeld hun manier van communiceren afstemmen op mensen met lagere gezondheidsvaardigheden en nagaan of die hen begrijpen.”
De onderzoeksresultaten zijn van belang in het licht van de veranderingen in de gezondheidszorg. Nu ouderen steeds meer zelfredzaam moeten zijn en langer thuis wonen. Mensen moeten eveneens geïnformeerde keuzes maken wanneer het op zorg aankomt.
Van der Heide baseert zich op literatuuronderzoek en onderzoek met vragenlijsten onder de algemene Nederlandse bevolking en onder chronisch zieken. Op 28 mei promoveert zij aan de Vrije Universiteit.