De vermijdbare sterfte is geen goede indicator voor de kwaliteit van een ziekenhuis. Daarvoor is het aandeel van de vermijdbare sterfte op de totale sterfte te klein. Dat constateren Britse onderzoekers onder leiding van Helen Hogan en Nick Black.
Op kleine schaal, per specialisme of afdeling, is analyse van sterftecijfers nog te verantwoorden, stellend de onderzoekers, maar als kwaliteitsmaat voor ziekenhuizen is het “misleidend voor publiek, clinici, managers en beleidsmakers”. “Geen van beide sterftecijfers kunnen voorlopig als rookmelder worden gebruikt.”
Zwakke verbanden
Hogan en Black publiceerden over hun onderzoek in The British Medical Journal (BMJ) en ook het Nederlandse Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) haalt het onderzoek aan. “Er waren slechts zwakke positieve verbanden tussen het percentage vermijdbare sterfgevallen in een ziekenhuis en twee gebruikelijke gestandaardiseerde mortaliteitscijfers; geen van beide bereikte statistische significantie”, stellen de onderzoekers.
Volgens NTvG was het op statistische gronden al onwaarschijnlijk dat dat vermijdbare sterfte in een ziekenhuis een goede indicatie is van de kwaliteit van het ziekenhuis. De onderzoekers hebben dat nu ook in de praktijk kunnen vaststellen.
Omstreden standaard
Ook in Nederland is de gestandaardiseerde registratie en publicatie van mortaliteitscijfers niet onomstreden. Ziekenhuizen zijn sinds 2014 verplicht een gestandaardiseerd sterftecijfer, de zogeheten HSMR, op hun website publiceren. Het Erasmus MC weigerde de cijfers in eerste instantie te publiceren om later alsnog overstag te gaan. Het ziekenhuis uitte forse bezwaren tegen het gebruik ervan als vergelijkingsinstrument. Dit omdat de methodiek geen rekening houdt met populatieverschillen per ziekenhuis. Het ziekenhuis publiceerde daarom uitkomstgetallen. Die zouden een relevanter beeld geven.