Sinds 2007 zijn gemeentes in toenemende mate verantwoordelijk voor de hulp bij het huishouden. Dit zou kunnen leiden tot verschillen tussen gemeenten. Onderzoek van het NIVEL onder 4.439 cliënten laat echter geen verschillen zien tussen gemeentes in de ervaren kwaliteit van de hulp bij het huishouden.
“De zorg dat burgers in de ene gemeente betere ondersteuning krijgen dan in de andere is op dit moment ongegrond”, legt NIVEL-onderzoeker Dolf de Boer uit. Bovendien hebben cliënten over het algemeen ook goede ervaringen met hulp bij het huishouden.
Het onderzoek heeft eind 2014 plaatsgevonden onder 47 verschillende zorgaanbieders in 41 gemeenten. Daarmee geven de data een beeld van de effecten van decentralisatie en vormt het tegelijkertijd een nulmeting die kan worden gebruikt bij het monitoren van de effecten van de huidige stelselwijziging.
Grotere rol gemeenten
Sinds begin 2015 hebben gemeentes een nog grotere rol gekregen bij de ondersteuning van kwetsbare mensen. Dat maakt het extra belangrijk om goed in de gaten te houden hoe het staat met de kwaliteit van de hulp bij het huishouden, waarschuwt het NIVEL. Vooral de mate van deskundigheid van de hulp bij het huishouden en de kwaliteit van de afspraken lijken gemeente-afhankelijk zijn.
De ervaringen van cliënten zijn tweejaarlijks getoetst. De goede ervaringen die cliënten in 2014 rapporteerden komen overeen met eerdere periodes. Een opvallend verschil echter was dat de cliënten die deelnamen aan het huidige onderzoek ouder en minder gezond waren in vergelijking met de deelnemers in voorgaande jaren.