Bankmagazin © Gina Sanders / fotolia.com
Het is helemaal niet gezegd dat alle verpleegkundigen in Nederland recht hebben op achterstallige onregelmatigheidstoeslag (ORT) tijdens verlof. De uitspraak van een kantonrechter in de zaak van een verpleegkundige tegen het HagaZiekenhuis geldt niet automatisch voor alle zorgwerkers. Dit stelt Ben Schröder van advocatenkantoor Eldermans|Geerts.
NU’91 heeft haar leden de afgelopen maanden geadviseerd hoe geld te claimen bij hun werkgever. Omdat veel ziekenhuizen en zorginstellingen weigeren over de brug te komen met geld, bereid de beroepsorganisatie voor verpleegkundigen momenteel proefprocessen voor namens individuele leden.
Eén van de argumenten die weigerachtige werkgevers gebruiken is dat één rechterlijke uitspraak niet bepalend is voor betaling van alle vorderingen in alle branches. De Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen adviseert haar leden om dit te laten weten aan werknemers die geld proberen te claimen.
Achter het net vissen
Ben Schröder van Eldermans|Geerts vindt dat zorginstellingen niet ongelijk hebben. “De verpleegkundige die de zaak had aangespannen tegen het Haga ziekenhuis werkte uitsluitend ’s nachts. Het is logisch dat hij recht heeft op de ORT die hij tijdens vakanties heeft opgebouwd. Iedere zaak staat echter op zich.” De kans is dan ook groot dat de verpleegkundige die incidenteel een nachtdienst werkt en daar een extra toeslag voor ontvangt, achter het net vist.
De kantonrechter in Den Haag lijkt op dezelfde lijn te zitten, want die stelde in de uitspraak: “Gelet op de bestendigheid van het ’s nachts werken dient de conclusie te zijn dat de onregelmatigheidstoeslag een intrinsiek deel uitmaakt van de aan eiser toegekende taken waarvoor hij genoemde toeslag ontving.”
Een ander argument dat zorginstellingen kunnen aanvoeren in een procedure om de door de instelling te betalen ORT te matigen, is dat het zal leiden tot financiële problemen. Ook dit argument kan volgens Schröder valide zijn. “Een kleinere instelling kan het zich mogelijk helemaal niet veroorloven om bijvoorbeeld tonnen euro’s te betalen aan achterstallige ORT.” Overigens stelde het HagaZiekenhuis in de rechtszaak niet in staat te zijn om jaarlijks bijna een miljoen euro aan ORT te betalen. Maar de kantonrechter in Den Haag oordeelde dat dit bedrag, als het al klopt, ‘niet onoverkomelijk voorkomt’ voor een ziekenhuis zo groot als het Haga. Schröder zegt erg benieuwd te zijn naar het verloop van de proefprocessen.
Kanttekening
Een andere kanttekening waardoor verpleegkundigen zich niet rijk moeten rekenen, is volgens de jurist dat mensen op grond van de Europese jurisprudentie alleen recht hebben op ORT over wettelijke vakantiedagen en niet over de bovenwettelijke dagen. Ook hebben ze geen recht op een onkostenvergoeding en een reiskostenvergoeding tijdens de vakantiedagen.
De verpleegkundige spande de zaak tegen voormalig werkgever HagaZiekenhuis aan voor de periode 2008 tot 2013. De kantonrechter stelde hem in het gelijk en oordeelde in juni dat het ziekenhuis hem moet betalen. Deze uitspraak was mede ingegeven door een zaak voor het Europese Hof van Justitie, dat in 2011 al oordeelde dat werkgevers een gemiddelde ORT tijdens vakantie en verlof moeten betalen aan de werknemer, omdat het als onderdeel van het salaris moet worden gezien. De beroepsorganisatie voor verpleegkundigen NU’91 trok daaruit de conclusie dat alle verpleegkundigen die onregelmatige diensten werken, recht hebben op ORT tijdens verlof, met terugwerkende kracht. Het HagaZiekenhuis heeft de oud-werknemer volgens NU’91 laten weten het achterstallige geld alsnog te gaan betalen.