Na een gezamenlijke inspanning van twee jaar presenteren het Platform Medisch Leiderschap en Universiteit Twente op 16 december het Raamwerk Medisch Leiderschap. De initiatiefnemers verwachten dat de oplevering van het competentieprofiel een landelijke impuls aan leiderschapsontwikkeling onder artsen geeft.
Reflecteren op het eigen functioneren, constant aandacht hebben voor verbetering en sterke eigenschappen kunnen inzetten in het belang van goede patiëntenzorg; van artsen wordt tegenwoordig meer verwacht dan het behandelen van patiënten alleen, ze moeten ook medisch leiderschap tonen.
Volgens het Platform Medisch Leiderschap en Universiteit Twente is medisch leiderschap een competentie die te ontwikkelen is. Het raamwerk voor competenties voor medisch leiderschap (RML1.0) moeten volgens de initiatiefnemers gezien worden als een algemeen kader voor opleiders en aio’s voor het ontwikkelen van leiderschapscompetenties.
De term ‘leiderschap’ is recent opgenomen in het internationale CANMeds model, dat ook voor alle medische opleidingen in Nederland de basiscompetenties van artsen omschrijft. Om dit begrip hanteerbaar te maken, is een competentieprofiel ontwikkeld. Het Raamwerk Medisch Leiderschap biedt via twaalf competentiedomeinen inzicht in de kennis en vaardigheden die nodig zijn om medisch leiderschap te kunnen tonen. Dit loopt van persoonlijke ontwikkeling, zichtbaarheid en verbinden, tot aan invloed uitoefenen, innoveren en het verbeteren van zorgkwaliteit. Naast artsen en geneeskundestudenten, is het Raamwerk bijvoorbeeld bruikbaar voor opleiders, onderwijskundigen en aanbieders van nascholing bij het ontwikkelen van onderwijsaanbod.
Met het RML1.0 krijgt Nederland in navolging van onder meer het Verenigd Koninkrijk, Canada, Nieuw-Zeeland en Australië duidelijke kaders voor leiderschap van artsen. Het RML1.0 wordt op 16 september officieel overhandigd aan KNMG-directeur Wendela Hingst.