AppleMark
VIDEO – Medewerkers in de zorg zijn meer geneigd de zorginstelling waar ze werken te verlaten, vergeleken met 2012. Ze zijn actiever op zoek naar ander werk en de mobiliteit is toegenomen. Dit blijkt uit het benchmarkrapport van de Stichting IZZ waaraan ruim 9300 zorgmedewerkers hebben deelgenomen.
De Stichting IZZ, een collectief van werkgevers en werknemers in de zorg, heeft de deelnemers aan het onderzoek ook gevraagd naar hun vitaliteit. De gemiddelde vitaliteitsscore bedraagt een 7,5 (2012: 7,3). Toch is de bereidheid van werknemers om op te stappen tegelijkertijd groter geworden. Tegelijkertijd zoeken medewerkers meer proactief uitdaging in het werk, is hun betrokkenheid bij de organisatie groter. Het verbeteren van de relatie met de leidinggevende heeft de grootste invloed op de vitaliteit en tevredenheid van werknemers. Volgens Stichting IZZ is dit belangrijk in deze tijd van reorganisaties, want: “Bij het stijgen van de vitaliteit stijgt ook de pro-activiteit en de veranderbereidheid”.
Experiment
Naast het reguliere vragenlijstonderzoek heeft Stichting IZZ het leiderschapsexperiment toegevoegd. De afdeling bestuurskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam heeft dit ontwikkeld. Het doel was om te onderzoeken wat de invloed is van een positief of negatief geformuleerd gesprek met de eigen leidinggevende op de vitaliteit van medewerkers. De onderzoekers vroegen aan alle respondenten om zich in te leven in een gesprek met de leidinggevende, door een casus te lezen. Bijna alle respondenten (ruim negenduizend) hebben hieraan deelgenomen. Vervolgens werden hier vragen over gesteld en kon de respondent een oordeel geven over de werkrelatie met de leidinggevende en de invloed op vitaliteit.
Stichting IZZ constateert dat als tijdens het gesprek tussen medewerker en leidinggevende een hoge mate van feedback, invloed op beslissingen of werk-privé steun wordt gegeven, de vitaliteit met bijna de helft verbetert. “De grootste verbetering is te zien wanneer de medewerker invloed heeft op beslissingen die in het werk genomen worden. Ook het geven van steun in de werk-privé situatie verbetert de vitaliteit met 50 procent.”
Het “verbeterpotentieel” bij de balans tussen werk en privé ligt vooral bij verbeteren van de verwachtingen van de werkgever en de werknemer: komt het werk vóór de privésituatie? Wat betreft het beleid rond werk en privé beleid ligt het grootste verbeterpotentieel volgens Stichting IZZ in de houding van de leidinggevende. “De relatie met zijn medewerkers verbetert als eerst naar de mening van medewerkers gevraagd wordt alvorens de leidinggevende met voorstellen komt om dingen anders te doen. Daarnaast verbetert de communicatie met de leidinggevende als meer duidelijkheid geboden wordt over het werk dat gedaan moet worden.”
Het “verbeterpotentieel” bij de balans tussen werk en privé ligt vooral bij verbeteren van de verwachtingen van de werkgever en de werknemer: komt het werk vóór de privésituatie? Wat betreft het beleid rond werk en privé beleid ligt het grootste verbeterpotentieel volgens Stichting IZZ in de houding van de leidinggevende. “De relatie met zijn medewerkers verbetert als eerst naar de mening van medewerkers gevraagd wordt alvorens de leidinggevende met voorstellen komt om dingen anders te doen. Daarnaast verbetert de communicatie met de leidinggevende als meer duidelijkheid geboden wordt over het werk dat gedaan moet worden.”
Agressie en geweld
De Stichting IZZ heeft in de benchmark ook onderzoek gedaan naar agressie en geweld. De organisatie noemt het “opvallend” dat een grote groep respondenten zegt niet op de hoogte te zijn van het bestaan van het beleid rond omgaan en voorkomen van agressie en emotioneel geweld. “Verbeterpunten zijn het bekend maken van het beleid onder de medewerkers, afspraken die gelden op de afdeling, de toegankelijkheid tot de vertrouwenspersoon en de mogelijkheden voor opvang na een incident.” Daarnaast is de rol van het management de belangrijkste beïnvloedbare factor. Hierbij gaat het om het ter beschikking stellen van trainingen, de bijdrage van de manager aan het verminderen van geweld, de mate waarin een melding van geweld serieus genomen wordt en een beleid waarin beledigingen niet getolereerd worden.
Overgang
In de benchmark heeft de Stichting IZZ verder gevraagd naar overgangsklachten en het effect hiervan op het werk. Van de bijna zesduizend vrouwen in de leeftijdscategorie 40 tot 65 jaar geeft 45 procent aan in de overgang te zitten. Ze zeggen hierdoor allemaal in meer of mindere mate klachten te ervaren. 15 Procent van de vrouwen geeft aan dat het hebben van overgangsklachten van invloed is op het werk. De onderzoekers hebben de vraag over de effecten van overgangsklachten op het werk toegevoegd omdat de gemiddelde leeftijd in de zorgsector hoog is: het ligt rond de 47 jaar in de IZZ populatie. Volgens Stichting IZZ is er een verdiepend onderzoek nodig om uit te zoeken welke factoren in het werk verbeterd kunnen worden om het werkvermogen van vrouwen in de overgang op peil te houden.