De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) verbiedt huisartsen ten onrechte om behandelingen in rekening te brengen waarvoor zij geen contract hebben gesloten met een zorgverzekeraar. Hiermee belemmert de toezichthouder de vrije huisartsenkeuze van patiënten en handelt daarmee in strijd met artikel 13 van de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Dit schrijft Medisch Contact, op basis van het oordeel van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), in een beroepsprocedure die was aangespannen door de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH). Het CBb wijst in het vonnis op het recht van de verzekerde om zelf een huisarts te kiezen. Dat recht brengt met zich mee dat de huisarts de zorg waar de betrokken verzekerde behoefte aan heeft, moet verrichten. “Dat beginsel wordt gefrustreerd als de gekozen arts bepaalde behandelingen niet in rekening mag brengen. Hij zal die prestatie dan ook niet willen leveren.”
Huisartsen hoeven geen overeenkomst met een zorgverzekeraar te tekenen. Inschrijftarieven en consulten kunnen ook zonder contract gedeclareerd worden (segment één). Alleen voor segment twee (ketenzorg en tweedelijnszorg) en segment drie is een contract nodig, schrijft Medisch Contact.
De NZa moet binnen drie maanden met een aangepaste tariefbeschikking komen. Tot die tijd blijft de huidige tariefbeschikking in werking, aldus een woordvoerder van het CBb. “Inclusief de contractvereiste. Als de tariefbeschikking nu direct in zijn geheel zou worden vernietigd, dan zouden declaraties van huisartsen helemaal niet meer worden vergoed door zorgverzekeraars. De bepaling van de contractvereiste is verweven met allerlei andere regelingen in de tariefbeschikking.”