In de huidige zorg voor patiënten met een eetstoornis wordt de menselijke maat onvoldoende toegepast. Dat vond althans een meerderheid van de 400 deelnemers aan de bijeenkomst van de Nederlandse Academie voor Eetstoornissen (NAE) in samenwerking met Stichting Human Concern op 27 november.
Op de NAE-dag werd gesproken over wat de sleutels zijn voor herstel bij eetstoornissen. Op de dag werd ook een interactief onderzoek onder de bezoekers uitgevoerd. 84 procent van de aanwezigen was het niet eens met de daarin geponeerde stelling: De huidige zorg voor eetstoornissen is prima wat betreft de ‘menselijke maat’.
Met name het belang van non-specifieke factoren in de behandeling, zoals de therapeutische relatie en het tonen van empathie door de therapeut, wordt onderschat, stelde Carmen Netten, directeur van Stichting Human Concern. “Dit begint al met de manier waarop je je ruimte inricht”, zei zij. “We vinden het belangrijk dat onze cliënten zich welkom, geborgen, veilig en thuis voelen, zodat ze zich mens voelen in plaats van patiënt.”
Herstel
Volgens Netten is verder enorm belangrijk dat behandelaren en deskundigen uitdragen dat herstel van een eetstoornis mogelijk is, dat het niet altijd iets is waar je de rest van je leven met je mee moet dragen. “Als iedereen dit gaat geloven, halen we de eetstoornis uit het hoekje van chronische ziekten en kunnen we veel meer meters maken met elkaar.”
Ook professor Ernst Bohlmeijer benadrukte in zijn lezing dat gezondheid meer is dan afwezigheid van ziekte. “Want aan klachten werken betekent niet automatisch dat het welbevinden toeneemt.”
De Amerikaanse Beth Hartman McGilley, sprak onder andere over de ‘spiritual shift’ die leidt tot een doorbraak in de behandeling. “Mensen gaan zich verbonden voelen met iets dat groter is dan zijzelf, met iets dat zin geeft aan hun bestaan en waardoor ze zich heel voelen. Maar vaak treedt dit moment pas later in de behandeling op.”
Consensus
Op de NAE-dag werd ook gesproken over het ontbreken van een wereldwijde definitie van herstel. “We hebben overeenstemming nodig over hoe we herstel kunnen meten”, zei onderzoeker Greta Noordenbos. “Juist ook voor zorgverzekeraars die willen korten op behandelingen. Maar goedkoop is duurkoop, waardoor een duurzame behandeling uiteindelijk goedkoper is.”