Obesitas is de belangrijkste bedreiging van de gezondheid in Europa. Dat stelt de Europese artsenorganisatie CPME. Om die reden wil de CPME dat Europese artsenorganisaties het onderwerp hoog op de agenda zetten.
Overgewicht verhoogt de kans op cardiovasculaire aandoeningen, type 2 diabetes en verschillende soorten kanker. Ook hebben sociaal economische klasse en educatie een belangrijke invloed op het ontstaan van obesitas.
De Nederlandse artsenorganisatie KNMG schaart zich achter de CPME en ontwikkelt een Nederlands standpunt over obesitas dat aansluit op het Europese standpunt. De komende jaren is een gezonde leefstijl en leefomgeving, met daarbij aandacht voor obesitas, al een van de speerpunten van de KNMG in haar beleid rond preventie- en gezondheidsbevordering.
Naast obesitas kwamen ook andere onderwerpen aan de orde tijdens de voorjaarsvergadering van de CPME (Comité Permanente des Médecins Européens). Eurocommissaris Vytenis Andriukaitis (Litouwen) sprak over het belang van preventie en eHealth. Ook vroeg hij blijvende aandacht voor de groeiende risico’s van antibioticaresistentie.
Genderspecifieke benadering
De Europese artsenorganisaties stelden daarnaast een concept-standpunt op over Genderspecifieke geneeskunde dat de komende maanden wordt voorgelegd aan de nationale artsenorganisaties. Dit standpunt behelst onder meer dat een sekse- en genderspecifieke benadering van klinisch onderzoek leidt tot innovaties in de zorg zodat deze beter aansluit op de gezondheidsbehoeften van patiënten. Ook moeten artsen zich meer bewust zijn van de manier waarop sekse en gender de toegang tot de gezondheidszorg beïnvloeden en het belang van genderspecifieke preventie.
TTIP
De CPME sprak tot slot over de mogelijke gevolgen voor de Europese gezondheidszorg van het TTIP, het handelsverdrag tussen de EU en de VS. TTIP is gericht op wereldwijde export en investering met het doel om gelijke toegang tot de markt te creëren voor diensten in Europa en Amerika. Publieke diensten zijn in principe van het verdrag uitgesloten, omdat zij onder nationale wetgeving blijven vallen. Dat geldt ook voor de publieke gezondheidszorg. Een CPME-werkgroep richt zich op de mogelijke gevolgen van dit verdrag voor onder meer de private Europese gezondheidszorg en het over en weer erkennen van professionele kwalificaties.