Huisartsen hebben de afgelopen jaren meer patiënten met psychische klachten behandeld en het aantal patiënten in de gespecialiseerde ggz is gedaald. Het is nog niet duidelijk of dit betekent of er sprake is van een daadwerkelijke verschuiving van patiënten naar de huisarts.
Dit meldt de Nederlandse Zorgautoriteit in haar marktscan over de ggz. In 2014 hadden 390.000 mensen ten minste één consult bij de praktijkondersteuner bij de huisarts. Dat is een bijna een verdubbeling ten opzichte van 2013. Het is niet duidelijk of een deel van de patiënten later alsnog zwaardere ggz-zorg nodig heeft.
In de basis-ggz, die in 2014 werd ingevoerd, werden dat jaar 310.000 patiënten behandeld. Tegelijk daalde in 2014 het aantal patiënten in de gespecialiseerde ggz met ongeveer 20 procent. Dat lijkt erop te duiden dat in de basis-ggz een deel van de patiënten wordt behandeld die eerder in de gespecialiseerde ggz terechtkwamen.
Wachttijden
De wachttijden in de gespecialiseerde ggz namen in 2015 toe. De aanmeldwachttijd, de tijd tussen het eerste contact van de patiënt met de behandelaar en het eerste gesprek, was in de gespecialiseerde ggz gemiddeld 5,6 week. De norm die aanbieders en verzekeraars daarover hebben afgesproken is vier weken. De wachttijd verschilt overigens per aanbieder; bij 60 procent van de locaties die gespecialiseerde ggz aanbieden is die onder de norm van vier weken.
Patiënten met een stoornis in het autismespectrum, een bipolaire stoornis, schizofrenie en persoonlijkheidsstoornissen moeten gemiddeld het langste wachten. De gemiddelde wachttijd tot het begin van de behandeling blijft wel binnen de afgesproken norm van tien weken.