Steeds meer ex-kankerpatiënten hebben behoefte aan nazorg. Eerstelijns specialisten kunnen hierbij een grotere rol spelen, blijkt uit onderzoek van het NIVEL.
In Nederland krijgen ruim honderdduizend mensen de diagnose kanker. Tweeënzestig procent van de patiënten overleeft de ziekte. Hierdoor ontstaat er een toenemende druk bij de ziekenhuizen. Eerstelijns zorgverleners, zoals huisartsen, verpleegkundigen en fysiotherapeutenkunnen kunnen deze druk verlichten, laat het NIVEL in zijn rapport zien. Daarnaast legt het rapport twee grote knelpunten bloot.
Er heerst nog een gebrek aan vertrouwen in de expertise van eerstelijns zorgverleners op het gebied van nazorg bij kanker. Wantrouwen kan weggenomen worden door een specifieke bijscholing te ontwikkelen voor de eerstelijns professionals. Nog een mogelijkheid: oncologieverpleegkundigen uit het ziekenhuis inzetten in de eerste lijn. Verder moeten er duidelijke, wetenschappelijk onderbouwde protocollen komen en is nauwe samenwerking tussen eerste en tweede lijn van belang.
Gebrek aan financiën
Een bijkomend probleem is volgens het NIVEL het gebrek aan tijd en geld. Nazorg bij kanker vraagt extra tijd voor de eerstelijns zorgverleners. Er kan geld vrijgemaakt worden door het aantal patiënten binnen een praktijk te verkleinen. Hiervoor zijn wel meer huisartsen nodig. Praktijkondersteuners of verpleegkundigen zouden de taken van huisartsen kunnen overnemen. De grotere rol van de eerste lijn moet wel samengaan met lagere kosten voor ziekenhuiszorg.