Het wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen dreigt de ontslagbescherming van zorgbestuurders te ondergraven. Dat stelt jurist Allard Bekius in een blog op Skipr.nl. Door de nieuwe wet wordt de zorgbestuurder de slechtst beschermde medewerker van de instelling, aldus Bekius.
Met de nieuwe wet wil minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) het bestuur verbeteren bij met name verenigingen en stichtingen, waar de zorg er veel van telt. Als het voor bestuurders en toezichthouders duidelijker is wat er van hen wordt verwacht, kunnen zij beter op hun prestaties worden afgerekend en wordt het eenvoudiger slecht functionerende bestuurders en toezichthouders te vervangen, aldus de minister. Ook komt er een basisregeling voor de aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders die hun werk niet naar behoren doen, ook in geval van faillissement.
Volgens Bekius heeft de wet als onbedoeld neveneffect dat de ontslagbescherming van bestuurders van stichtingen wordt ondergraven. In het wetsvoorstel wordt de positie van de zorgbestuurder gelijkgetrokken met de positie van een bestuurder van een BV of NV. Dit betekent dat een raad van toezicht een zorgbestuurder voortaan kan ontslaan zonder tussenkomst van de rechter.
Daarnaast dreigt volgens Bekius afkalving van de ontslagvergoeding. De zorgbestuurder heeft, net als elke andere werknemer die ontslagen wordt, recht op de transitievergoeding. Dat recht ontstaat echter pas na twee jaar dienstverband en is bovendien gekoppeld aan een “zeer beperkte vergoeding”, aldus Bekius.
“Door de nieuwe wet wordt de zorgbestuurder de slechtst beschermde medewerker van de instelling”, stelt Bekius in zijn blog. “Het gebrek aan ontslagbescherming staat haaks op de tendens dat de zorgbestuurder steeds vaker rechtstreeks wordt aangesproken op problemen die zich in de ogen van het grote publiek binnen de zorginstelling voordoen.”