Ambulances rijden steeds vaker op spoedritten die medisch gezien niet noodzakelijk zijn. Deze ritten krijgen te vaak een onterecht hoge urgentie, vinden negen van de tien ambulancemedewerkers en centralisten. Als gevolg hiervan staan de beschikbaarheid van ambulances en personeel onder druk.
Eén en ander blijkt uit een enquête van De Monitor (KRO-NCRV). Uit de enquête blijkt ook dat door een toename van zogenoemde ‘niet ambulancewaardige ritten’ ambulances zich vaak niet vrij kunnen maken voor urgentere spoedgevallen. Ook leidt de grote ambulance-inzet soms tot ‘gezondheidschade’ en overlijden van patiënten, aldus het ambulancepersoneel, zo geeft 82 procent van de respondenten aan.
‘Bloedneuzen en zere tenen’
De Monitor sprak daarnaast nog met circa 25 ambulancemedewerkers en meldkamercentralisten. Volgens hen wordt na een 112-melding steeds vaker een spoed-rit met de hoogste prioriteit uitgestuurd. Dit betekent dat de ambulance binnen de wettelijke norm van 15 minuten ter plaatse moet zijn. Volgens de geënquêteerden zijn deze spoedritten regelmatig ‘onzinritten’ en moeten zij steeds vaker uitrukken voor ‘bloedneuzen en zere tenen’.
Triage
Boosdoener is volgens het ambulancepersoneel het automatische triage-systeem dat meldkamers de afgelopen 2 à 3 jaar hebben ingevoerd. De meldkamercentralist moet met deze uitvraagsystemen een 112-melder volgens een vast protocol uitvragen. Driekwart van de respondenten noemt de invloed van triagesystemen als een ’zeer relevante’ oorzaak voor de toename aan spoedritten. Volgens de geënquêteerden zijn deze nieuwe systemen vaak te rigide en laten ze geen ruimte voor de verpleegkundige ervaring van betrokkenen.
De druk op het ambulancevervoer is de afgelopen jaren sterk toegenomen als gevolg van de concentratie van zorg, ouderen die langer thuis wonen, mensen die vaker 112 bellen en huisartsen die vaker ambulances inzetten. Minister Schippers van VWS deed begin oktober de toezegging om circa 16 miljoen euro extra beschikbaar te stellen voor het ambulancevervoer.