Nu ze financieel in rustiger vaarwater zitten, staan zorginstellingen klaar om de komende jaren weer te investeren. Daarvoor verwachten ze ook flink wat vreemd vermogen nodig te hebben. Dat zijn de conclusies uit de Financiële Zorgthermometer, een enquête van Finance Ideas in opdracht van HEAD, de vereniging voor zorgfinancials.
Zorginstellingen verwachten het komende jaar meer dan 4 miljard euro te investeren en schatten in zo’n 2 miljard euro aan vreemd vermogen nodig te hebben. Hiervan denken ziekenhuizen de helft voor hun rekening te nemen. De financieringsbehoefte in de geestelijke gezondheidszorg is daarentegen zeer beperkt, zo blijkt uit de Financiële Zorgthermometer.
Het vertrouwen in de financiële toekomst en de wil om te investeren liggen op het hoogste niveau in jaren. Volgens de onderzoekers komt dit doordat de gevolgen van wijzigingen in de zorgbekostiging duidelijk zijn geworden. Bovendien heeft Prinsjesdag overwegend positief nieuws voor de zorgsector gebracht.
“Het is positief nieuws dat de vertrouwensindex en de investeringsindex op het hoogste niveau sinds jaren staan”, zegt Ellen Kalkhoven, voorzitter van HEAD. “De huidige lage rente kan voor een extra versnelling van benodigde investeringen zorgen. Banken moeten dit dan wel tegen marktconforme voorwaarden faciliteren.”
Banken
Bij die banken verwachten zorgfinancials voor ongeveer 1,5 miljard euro aan te gaan kloppen. Voor de rest van de leningen denken ze garanties van het Waarborgfonds voor de Zorgsector te krijgen.
De Rabobank wordt in 40 procent van de gevallen gezien als voornaamste financieringspartner. Voor ABN AMRO is nog veel te winnen, stellen de onderzoekers, aangezien slechts 15 procent van de respondenten hen als financieringspartner ziet. Dat heeft een reden; ABN AMRO wordt met een gemiddelde rente van 2,8 procent en een kortere rentevaste periode, als de duurdere optie ervaren. De financials in de zorg verwachten van BNG de meest aantrekkelijke voorwaarden. Zij voorzien bij deze bank een gemiddelde rente van 2,0 procent rente en een rentevaste periode van 9 jaar.
“Onze ruime ervaring bij het arrangeren van financiering leert dat de verschillen in voorwaarden tussen banken groot kunnen zijn”, zegt Pim van Diepstraten, directeur zorg bij Finance Ideas. “Wij adviseren om de markt goed te verkennen, vooraf een financieringsstrategie vast te stellen en concurrentie te realiseren. Alleen dan zijn aanvaardbare en marktconforme voorwaarden mogelijk.”
Prijs
Prijs blijkt echter niet de belangrijkste pijler bij de keuze voor een bank. Slechts 20 procent van de ondervraagden noemt dit als doorslaggevend criterium. Partnerschap (31 procent) en huisbankierschap (30 procent) wegen het zwaarst bij het selecteren van de financieringspartner.
Dit effect is minder uitgesproken bij ziekenhuizen. In deze groep noemt 31 procent prijs het belangrijkste criterium en worden partnerschap en huisbankier in respectievelijk 31 procent en 22 procent van de gevallen gekozen, aldus de Financiële Zorgthermometer.