Het regionaal tuchtcollege in Eindhoven heeft een huisarts berispt omdat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden. De arts heeft medische gegevens van een overleden patiënte naar een notaris gestuurd, terwijl zij hiervoor geen toestemming had gegeven. Bovendien heeft hij onjuiste informatie over haar gezondheid verstrekt aan het Centrum Indicatiestelling Zorg. Een zoon van de patiënte stapte naar het tuchtcollege.
Op basis van de verklaringen van de huisarts kreeg de bejaarde vrouw in juli 2011 een indicatie voor zorg in een instelling, met een zorgzwaartepakket VV05. Dat pakket wordt gewoonlijk toegekend aan dementerenden met gedragsproblemen. Het CIZ merkte in zijn toekenningsbrief ook op dat de patiënte deze zorg kreeg, omdat zij ernstige problemen had met haar geheugen, concentratie en oriëntatie en soms ook gedragsproblemen. Deze problemen hadden te maken met dementie.
De kinderen van de vrouw zijn hierop naar de rechter gestapt om inzage in de financiën van hun moeder te krijgen. Zij zou immers ernstig dement zijn en handelingsonbekwaam. De patiënte werd echter boos, toen haar kinderen haar hierom dagvaardden. De huisarts heeft toen verklaard dat zijn patiënte “georiënteerd in tijd en in plaats” was, “uitstekend op de hoogte van haar financiën” en “zeker niet handelingsonbekwaam”.
Na haar overlijden in 2015 heeft de huisarts in een brief aan de notaris opmerkingen gemaakt over haar gezondheid. Zij zou in 2008, toen zij haar testament opmaakte, nog wilsbekwaam zij, maar in 2011 dementie hebben ontwikkeld.
Overdreven
Het tuchtcollege in Eindhoven oordeelt dat dit laatste een schending van het beroepsgeheim is geweest. Dat blijft ook gelden na het overlijden van een patiënt. De verklaring van een dochter van de patiënte dat zij deze toestemming wel gegeven zou hebben als zij nog leefde, vond het college onvoldoende.
Volgens het college is ook vast komen te staan dat de huisarts tegenstrijdige en daarmee mogelijk onjuiste informatie heeft verstrekt over zijn patiënte aan derden. De huisarts heeft zelf ook toegegeven dat hij in de indicatieaanvraag bij het CIZ heeft overdreven met betrekking tot de psychische toestand van patiënte, zodat zij de gewenste indicatie zou krijgen.