De cliënt staat te weinig centraal. De ggz moet meer gebruik maken van ervaringsdeskundigen. De ervaringen van psychiatrisch patiënten zouden moeten worden gecombineerd met wetenschappelijke kennis en professionele kennis. Goede hulpverlening vraagt om multideskundigheid, waarin deze domeinen een kruisbestuiving aangaan. Toch is er binnen de ggz nog een grote kloof tussen wetenschappelijke kennis en professionele zorg enerzijds en de belevingswereld van cliënten aan de andere kant. Dat moet veranderen.
Psychisch lijden
Mensen die ernstig en aanhoudend psychisch lijden zijn deskundig. Dat is de strekking van het proefschrift ‘Over herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid in de psychiatrie’ waarmee Wilma Boevink op 13 april promoveert aan de Universiteit Maastricht. Boevink is Trimbos-onderzoeker en zelf ervaringsdeskundige.
Kruisbestuiving
Ze pleit niet voor een ‘tegenbeweging’ vanuit de cliënt, maar voor het verbinden van persoonlijke en collectieve patiëntervaringen met wetenschappelijke en professionele kennis. Het draait om kruisbestuiving, vooral in de dagelijkse praktijk, op het individueel niveau van cliënt, hulpverlener en het netwerk eromheen. Dit basisprincipe is ook de grondslag voor de beweging De Nieuwe GGZ, waarvan Boevink een van de initiatiefnemers is.
Herstelbeweging
Wilma Boevink stond aan de wieg van de herstelbeweging in Nederland. Zij was eerste auteur van het boek ‘Samen werken aan herstel’, verschenen in 2002. Dat gaat over een door cliënten ontwikkeld en uitgevoerd herstelprogramma. Zij werkte toen al jaren aan haar eigen herstel en combineerde dat met haar wetenschappelijke onderzoek bij het Trimbos-instituut. Sindsdien heeft ze, samen met andere ervaringsdeskundigen, een brede reeks van onderzoeken en projecten gestart.