Kempenhaeghe, expertisecentrum voor epilepsie, start in samenwerking met het Maastricht UMC+ en Radboudumc een onderzoek naar het voorspellen van het effect van medicatie tegen epilepsie. Het Epilepsiefonds verstrekt bijna twee ton subsidie voor het onderzoek.
Een betere medicatiekeuze is nodig omdat nog te vaak blijkt dat patiënten een ongewenst effect ervaren van het gekozen geneesmiddel, stelt Kempenhaeghe. Door het effect van een epilepsiemedicijn te kunnen voorspellen, voordat het wordt toegediend, kan een persoonlijkere behandelkeuze worden gemaakt.
Mini-brein
Bij het onderzoek wordt gebruik gemaakt van een techniek waarbij gespecialiseerde stamcellen kunnen uitgroeien tot een soort ‘mini-brein’. Daarbij worden bloedcellen van een patiënt afgenomen. Die kunnen vervolgens worden omgezet in stamcellen, die op hun beurt weer kunnen uitgroeien tot zenuwcellen. Als er voldoende zenuwcellen zijn geproduceerd, groeien deze uit tot een neuronaal netwerk dat vergeleken kan worden met een ‘mini-brein’.
Omdat er in eerste instantie bloedcellen van de patiënt zijn gebruikt, heeft dit mini-brein alle unieke kenmerken van de individuele patiënt. Vervolgens kunnen verschillende anti-epileptische medicijnen hierop worden getest om te bepalen welk middel het meeste effect zal hebben, met de minste bijwerkingen.
Preventie
Neurologen Jurgen Schelhaas en Judith Verhoeven van het Academisch Centrum voor Epileptologie van Kempenhaeghe starten met behulp van de subsidie van het Epilepsiefonds binnenkort met het onderzoek. Zo hopen ze in de toekomst de ongewenste effecten van verkeerde medicatie de kunnen voorkomen, door een gerichtere patiënt-specifiekere behandeling.