De decentralisaties in de zorg hebben niet geleid tot een toename van de overlast door personen met verward gedrag. Dat schrijft minister Plasterk in antwoord op vragen van Tweede Kamerlid Sandra Beckerman (SP).
Beckerman stelde de vragen naar aanleiding van de stijging van het aantal meldingen over verwarde personen. In 2016 kreeg de politie ongeveer 75.000 telefoontjes over mensen met verward gedrag, zo’n 14 procent meer dan het jaar ervoor. Sinds 2014 is het aantal meldingen bijna verdubbeld. Dit voorjaar gaf ook een aantal woningcorporaties in Noord-Holland aan vaker te maken te krijgen met huurders die verward gedrag vertonen. De corporaties deden dit na een verzoek van NH Nieuws.
Volgens minister Plasterk betekent de toename van het aantal melding bij de politie niet direct een toename van het aantal verwarde personen. “Zo kan eenzelfde persoon zorgen voor meerdere registraties. Ook spelen registratie-effecten mogelijk een rol: zijn er daadwerkelijk meer incidenten of registreert de politie vaker?”
Ook de signalen van woningcorporaties zijn volgens de minister niet zo eenvoudig te duiden, omdat er ook corporaties zijn die deze niet krijgen. “Aedes, de vereniging van woningcorporaties, enquêteerde eind 2015 woningcorporaties over meldingen over huurders met verward gedrag die overlast geven”, schrijft de minister. “Deze corporatiemonitor leverde het beeld op dat een deel van de corporaties een toename van het aantal huurders met verward gedrag ervaart. Aedes geeft aan deze zomer de enquête onder de woningcorporaties te herhalen.”
Niet bezuinigd op curatieve ggz
Dat de decentralisatie in de zorg verantwoordelijk zou zijn voor een toename in het aantal meldingen, weerspreekt Plasterk. “Door de decentralisatie in de zorg is de verantwoordelijkheid voor ondersteuning van mensen die al dan niet verward zijn in één hand komen te liggen. Ik verwacht daarom dat de decentralisatie van de zorg naar gemeenten juist kan bijdragen aan de oplossing voor de problematiek van mensen met verward gedrag. De gemeente kan de regie voeren op alle leefdomeinen en daardoor de kans op problemen met verwarde huurders en andere inwoners verkleinen”, schrijft hij.
De toename van het aantal meldingen van verward gedrag hangt volgens Plasterk ook niet samen met extramuralisering van de geestelijke gezondheidszorg. De toename was volgens Plasterk ook al “volle gang” in de periode tot 2012, toen het aantal mensen dat in een ggz-instelling woonde nog toenam.
Tot slot spreekt de minister ook tegen dat er zou zijn bezuinigd op de curatieve geestelijke gezondheidszorg. “Elk jaar wordt er meer geld beschikbaar gesteld. Wel worden de financiële middelen die beschikbaar zijn gesteld voor dit deel van de zorg, niet volledig benut door zorgverzekeraars en aanbieders.”