Het ondersteuningsplan gaat soms niet om de cliënt maar om het systeem. Dit is één van de problemen rondom het gebruik van ondersteuningsplannen in de gehandicaptenzorg die Vilans-onderzoeker Marjolein Herps benoemt in haar onderzoek ‘Real lives on paper plans. Individual support planning for people with intellectual disabillities’, waarop ze is gepromoveerd aan de Maastricht University.
Een ondersteuningsplan beschrijft de wensen, behoeften en mogelijkheden van een cliënt en de daarbij horende doelen en afspraken. In Nederland is het verplicht om een ondersteuningsplan op te stellen, zodat de zorg persoonsgerichter wordt. Uit het onderzoek van Herps blijkt dat ruim tweederde van de cliënten niet direct toegang heeft tot het eigen plan. Het stond vaak op de computers van begeleiders en cliënten kregen geen begrijpelijke kopie. Ze mochten er wel bij, maar ze konden het vaak niet lezen omdat er moeilijke woorden instonden.
Cliënten lopen tegen meer obstakels aan, volgens Herps. “Zo worden de doelen die in de plannen zijn vastgelegd lang niet altijd gehaald. Deze doelen liggen bovendien veelal op het vlak van lichamelijk welbevinden, en is er in mindere mate een balans tussen verschillende levensdomeinen te zien. Het is in de praktijk vaak zo dat ondersteuningsplannen niet altijd in goede samenspraak met de cliënt worden gemaakt en ook niet altijd een consistentie laten zien tussen ondersteuningsbehoefte, doelen en afspraken.”
Eisen
Eisen van externe partijen aan de ondersteuningsplannen dragen ertoe bij dat de plannen niet altijd aansluiten bij individuele cliënten. “Het Zorgkantoor, Inspectie en het Kwaliteitskader VGN hebben allemaal invloed op het ondersteuningsplan, omdat het voor hen een instrument voor informatie is. Zo kunnen ze keuzes maken voor het toekennen van budget. Deze instanties gaan dan vervolgens eisen stellen. Bijvoorbeeld dat organisaties iets over ‘onderwerp X’ in het ondersteuningsplan moeten opnemen.”
Organisaties doen dit vervolgens standaard, volgens de onderzoeker, ook al is de cliëntengroep veel te divers en speelt niet altijd een ‘probleem X’. Voldoen aan de eisen kan teveel prioriteit krijgen, wat ten koste kan gaan van goede kwaliteit ondersteuningsplannen. “Opvallend is dus dat het juist de eisen zijn die aan ondersteuningsplannen gesteld worden, die het persoonsgerichte werken in de weg staan. Ze zijn daarbij teveel gericht op uniformeren, terwijl persoonsgerichte zorg om flexibiliteit vraagt.”
Goede intenties
De onderzoeker ziet ook veel goede ontwikkelingen rondom de ondersteuningsplannen. Zo toetst de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd nu of de ondersteuningsplannen persoonsgerichter zijn. “En ik heb tijdens mijn onderzoek echt gemerkt dat iedereen vanuit goede intenties werkt. Een goed voorbeeld is een organisatie waar cliënten allemaal een eigen map hebben die ze zelf uit de kast kunnen trekken. De informatie is toegankelijk gemaakt door bijvoorbeeld pictogrammen en tabbladen.”