Calculations and crisis
Alle zorgverzekeraars hebben een systeem om op tijd te signaleren of een zorgaanbieder in de problemen komt en mogelijk geen zorg meer kan leveren, maar die systemen zijn niet altijd volledig. Het ontbreekt met name aan mechanismen om ‘zachte’ signalen over gedrag en cultuur op te vangen, schrijft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in een maandag verschenen rapport.
Zorgverzekeraars en zorgkantoren moeten op tijd signaleren of er problemen spelen bij een zorgaanbieder, zodat zij snel kunnen handelen als de continuïteit van zorg voor cliënten in gevaar dreigt te komen. Het is onderdeel van de zorgplicht van de verzekeraar om ervoor te zorgen dat cliënten dan toch de zorg blijven krijgen die zij nodig hebben. De verzekeraars kunnen er in gesprek met de aanbieder bijvoorbeeld op aandringen maatregelen te nemen of de zorgverlening aan andere zorgaanbieders over te dragen. Zorginkopers hebben een spilfunctie in dit proces, omdat zij het meeste contact hebben met de gecontracteerde zorgaanbieders en als eerste weten wat er speelt binnen de organisatie van de zorgaanbieder.
De NZa constateert dat verzekeraars momenteel vooral feitelijke, harde signalen verzamelen over hoe het er bij zorgorganisaties aan toe gaat. Het betreft bijvoorbeeld informatie over de financiële positie van de zorgaanbieder of signalen over snelle bestuurswisselingen. Over het gedrag en de cultuur bij een aanbieder verzamelen niet alle verzekeraars voldoende informatie, terwijl dit volgens de zorgautoriteit wel de bedoeling is. Het gaat dan bijvoorbeeld om een daling van het vertrouwen in het bestuur of plotselinge gedragsveranderingen tijdens de onderhandelingen over een nieuw contract. “Verzekeraars moeten er scherp op zijn dat een zorgaanbieder goed wordt bestuurd”, aldus de NZa.
Gesprek
In het rapport staan een aantal aanbevelingen die moeten zorgen voor verbeteringen in het systeem van vroegsignalering. Zo adviseert de NZa verzekeraars en zorgaanbieders met elkaar in gesprek te gaan, ook als het gaat om zachte signalen. Signalen moeten goed beoordeeld worden en de uitkomst kan niet afhankelijk zijn van één persoon bij het zorgkantoor. Ook moeten tijdig stappen worden gezet bij het vermoeden van problemen, bijvoorbeeld door de raad van toezicht van een zorgaanbieder aan te spreken als er mogelijk geen sprake is van goed bestuur. “Hiervoor is lef nodig”, schrijft de NZa. “Verzekeraars moeten hun nek durven uitsteken en de grenzen van hun mogelijkheden opzoeken om aan de zorgplicht te blijven voldoen.”
Ook raadt de NZa verzekeraars aan meer gebruik te maken van sectoranalyses. In een sectoranalyse worden sectoren tegen het licht gehouden met het doel te voorspellen hoe de sector zal veranderen als gevolg van maatschappelijke en andere (politieke) ontwikkelingen. Met behulp van deze analyses kunnen ook continuïteitsproblemen bij individuele zorgaanbieders beter worden voorspeld, aldus het rapport.
Vermoeden
Wanneer er problemen spelen bij een zorgaanbieder is daarvan bij verzekeraars vaak al langer een vermoeden, constateert de zorgautoriteit op basis van een analyse van de gang van zaken bij tien ‘probleemaanbieders’. Het duurde bij een aantal van deze aanbieders soms echter lang voordat ook harde signalen beschikbaar kwamen, zoals verifieerbare meldingen over zorgkwaliteit of incorrect declaratiegedrag. De verzekeraar kwam pas daadwerkelijk in actie, toen de situatie echt precair werd. Wel kon de verzekeraar alvast in beeld brengen waar de cliënten, die in zorg waren bij de betreffende instelling, indien nodig elders ondergebracht zouden kunnen worden.
Sommige zorgbestuurders houden de verzekeraar lang op afstand, zo blijkt uit de analyse. Dat doen zij bijvoorbeeld door af te zien van een contract met de verzekeraar, controles te traineren, ondoorzichtige juridische constructies op te tuigen en met incidentele inkomsten of overnames die een slechte financiële positie verhullen.
Bestuur
Wat de NZa betreft zou inzicht in de wijze waarop de zorgorganisatie wordt bestuurd, voorop moeten staan bij vroegsignalering, zeker als zich daar risico’s en problemen voordoen. Het onderlinge vertrouwen om het echte gesprek met elkaar aan te gaan, ontbreekt echter soms. De NZa ziet dat enkele verzekeraars op dit vlak al de nodige stappen zetten, onder meer in de vorm van gesprekken met het bestuur en de raad van toezicht en het uitvoeren van een integriteitstoets voorafgaand aan zorginkoop. “Maar wij zien ook handelingsverlegenheid als het gaat om het krachtig adresseren van ‘goed bestuur’ bij zorgaanbieders door verzekeraars”, aldus de NZa.
De NZa gaat de komende maanden in gesprek met de verzekeraars om de aanbevelingen uit het rapport toe te lichten.