De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft een benchmark laten maken waarin aanbieders van zorg die onder de Wlz valt de kosten kunnen vergelijken. De vervolgstap is de bepaling van de tarieven voor 2019.
Dat meldt de NZa op 20 maart. KPMG heeft de gemiddelde kostprijzen berekend van de aanbieders van ouderenzorg, gehandicaptenzorg en langdurige geestelijke gezondheidszorg. Ruim 680 zorgaanbieders hebben informatie over kosten, inzet van personeel en productie over het jaar 2016 aangeleverd.
Om de resultaten van het kostenonderzoek individueel te kunnen delen met alle betrokkenen, heeft de NZa samen met KPMG, de koepels ActiZ, BTN, VGN en GGZ Nederland en een aantal aanbieders een benchmark ontwikkeld. Deze benchmark geeft zorgaanbieders inzicht in de voor hun organisatie berekende kostprijzen. Zorgaanbieders kunnen de kostprijzen via een online platform bekijken en vergelijken op basis van omzetgrootte, het aandeel mensen die niet in loondienst zijn of het aanbieden van verblijfszorg.
Tarieven
“Deze bedrijfsvertrouwelijke informatie wordt nu nog niet openbaar gemaakt voor bijvoorbeeld cliënten of zorgverzekeraars”, zegt een woordvoerder van de NZa. “Ze dient om uiteindelijk te komen tot de tarieven voor 2019. Daarvoor vindt aanvullend onderzoek plaats en gebruiken we kwalitatieve en kwantitatieve informatie en normatieve elementen zoals personele inzet.”