In de Democratische Republiek Congo is opnieuw ebola uitgebroken. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stuurt personeel en materieel naar de plek van de nieuwe ebola-uitbraak; een onrustig gebied op zo’n 30 kilometer van de stad Beni.
Het Congolese ministerie van Gezondheidszorg bevestigt de nieuwe besmettingsgevallen na biomedisch onderzoek door het nationaal instituut in Kinshasa. In vier geanalyseerde bloedmonsters zijn sporen van het dodelijke virus aangetoond. In het dorp Mangina zijn mogelijk al twintig mensen overleden door de ziekte. Hulpverleners arriveren donderdag in het getroffen gebied om onder meer een mobiel laboratorium in te richten.
Medewerkers van de WHO waren al in het land vanwege een inmiddels beëindigde eerdere uitbraak, op zo’n 2500 kilometer van Noord-Kivu. “Daardoor hebben we nu een voorsprong”, concludeerde regionaal directeur Matshidiso Moeti van de gezondheidsorganisatie. De grote uitdaging wordt volgens de WHO om op een veilige manier toegang te krijgen tot de getroffen bevolking.
In Noord-Kivu bevinden zich ruim een miljoen ontheemde mensen. De provincie grenst aan Rwanda en Oeganda, waardoor er veel grensoverschrijdend verkeer is. De WHO blijft naar eigen zeggen samenwerken met omliggende landen om te zorgen dat gezondheidsautoriteiten klaar staan en voorbereid zijn om op te treden.
Experimenteel vaccin
Nog maar een week geleden werd een ebola-epidemie in het noordwesten van Congo officieel als beëindigd verklaard. Die uitbraak maakte sinds april zeker 33 dodelijke slachtoffers en werd onder meer door een uitgebreid inentingsprogramma met een experimenteel vaccin onder controle gebracht. De autoriteiten zeggen dat er geen bewijs is voor een verband tussen beide infectiehaarden, die 2500 kilometer uit elkaar liggen.