De eerste ervaringen met de Persoonlijke Gezondheidscheck (PGC) in vier Brabantse gemeenten zijn positief. Maar ondanks de grotere motivatie om aan eigen gezondheid te werken zijn burgers toch niet bereid om voor het instrument te betalen.
Eén en ander blijkt uit onderzoek van Tranzo van de Universiteit Tilburg. De door kennisinstituut NIPED ontwikkelde Persoonlijke Gezondheidscheck (PGD) is in 2016 ingevoerd in vier Brabantse gemeenten. De PGC is een wetenschappelijk onderbouwd e-health kennissysteem voor persoonlijk gezondheidsmanagement. Met de PGC krijgen deelnemers inzicht in hun gezondheid en leefstijl. Deelnemers ontvangen een gezondheidsrapport met daarin praktische adviezen op maat ter verbetering van hun gezondheid. Daarbij gaat het over onderwerpen als bewegen, roken, alcoholgebruik, voeding, ontspanning/stress, risico’s op hart- en vaatziekten en COPD.
Betere gezondheid
Uit de Tranzo-enquête blijkt dat deelnemers met een verhoogd risico op chronische aandoeningen door een ongezonde leefstijl met name actie hebben ondernomen op eetgedrag (48 procent), gewicht (37 procent) en beweeggedrag (27 procent). Acties zijn vooral zelfstandig ondernomen. Een kwart (25,4 procent) vindt dat de eigen gezondheid is verbeterd. Bijna de helft ( 47 procent) geeft aan dat de PGC heeft bijgedragen aan hun gezondheid.
Geen vergoeding
De betalings-bereidheid van de meeste deelnemers is gering. Meer dan de helft (57 procent) van de deelnemers is niet bereid om een vergoeding te betalen voor de PGC. Wanneer deelnemers wel bereid zijn een vergoeding te betalen zouden ze maximaal 10 tot 20 euro willen betalen.
Op grond van de lage response kunnen er volgens Tranzo geen algemene conclusies aan het onderzoek verbonden worden. In totaal werden bijna 22 duizend mensen uit Goirle, Oisterwijk, Oosterhout en Uden benaderd. De totale respons was met ruim 2700 deelnemers 12 procent. Door de actieve betrokkenheid van de huisarts was de respons in Goirle met 22 procent veruit het grootst.