Vrouwen bieden vaker op een informele manier hulp aan zieken, buren, familie, vrienden of bekenden. Bijna 4 op de 10 vrouwen doet dit zeker één keer per maand, tegen 3 op de 10 mannen. Boodschappen doen of het gras maaien zijn voorbeelden van dit soort hulp. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De participatie van vrouwen in de samenleving is informeler van aard dan die van mannen, constateert het CBS. Vrouwen hebben minder vaak betaald werk en doen minder mee aan politieke acties. Ze hebben daarentegen meer contact met familie en vrienden, en bieden vaker informele hulp. Dat blijkt uit het artikel “Participatie op de kaart”, dat het CBS vandaag publiceert in de reeks Statistische Trends.
Bijna 9 op de 10 vrouwen hebben naar eigen zeggen minstens een keer per week contact met een familielid buiten het eigen huishouden, tegen bijna 8 op de 10 mannen. Vrouwen hebben ook regelmatiger contact met vrienden, maar even vaak als mannen contact met buren.
Mannen participeren meer op een formele manier in de samenleving. Ze hebben vaker betaald werk, 68 procent van de mannen en 58 procent van de vrouwen werkt ten minste een uur per week betaald. Vrijwilligerswerk is in beide groepen even gebruikelijk, evenals stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen, maar mannen doen vaker mee aan politieke acties, zoals een demonstratie of handtekeningenactie.
De cijfers zijn gebaseerd op het onderzoek Sociale samenhang en welzijn, een enquête die van 2012 tot en met 2017 is gehouden onder bijna 46 duizend personen van 15 jaar of ouder.