Idee stt Folgeinnovationen an
Om de huidige, hoge kwaliteit van de Nederlandse zorg te behouden, moet de sector inzetten op gezondheidswinst. Dat betekent meer aandacht voor preventie, beter gebruik van technologie en meer samenwerking over de deelsectoren heen. Dat schrijft de NZa in de jaarlijkse Stand van de Zorg.
In de Stand van de Zorg geeft de NZa een overzicht van de stand van zaken in de verschillende deelsectoren en blikt de zorgwaakhond terug op de adviezen en rapportages die zij zelf uitbracht, zoals de Monitor zorg voor ouderen en het advies over de bekostiging van gecombineerde leefstijlinterventie. Daarnaast spreekt de NZa in de Stand van de Zorg ook haar visie uit over de toekomst van de zorg en de rol die de NZa daarin moet spelen.
“We zien samenwerking als de sleutel om innovatie en preventie, maar ook een integrale benadering van zorg en meer substitutie mogelijk te maken”, schrijft Marjan Kaljouw, voorzitter van de raad van bestuur van de NZa in haar voorwoord bij de rapportage . “Wij zullen er alles aan doen om deze samenwerking te ontwikkelen, stimuleren en verankeren. Het is nodig om de vernieuwing tot stand te brengen voor goede, betaalbare en toegankelijke zorg te blijven leveren.”
Integrale zorg
De zorgautoriteit ziet dat de zorgvraag vaak breder is dan een specifieke vakgebied, sector of domein kan bieden. Daarom hamert de NZa op samenwerking en de ontwikkeling van een integraal zorgaanbod.
“Deze ontwikkeling vergt tijd”, beaamt de NZa. “We zien initiatieven ontstaan in de sector die we waar nodig ondersteunen en stimuleren. We stimuleren integrale zorg in de geboortezorg door middel van een integraal tarief. Voorbeelden zijn de adviezen voor integrale zorg voor chronische patiënten thuis en eerstelijns verblijf als essentieel onderdeel van de keten. Dat blijven we doen. Ook komt ons Informatie en contactcentrum (ICC) meer in stelling. Vragen en meldingen die ons ICC ontvangt over de onderwerpen samenwerking, integrale zorg en zorg op de juiste plek, krijgen voorrang.”
Preventie
In preventie ziet de NZa een manier om tegelijkertijd de kwaliteit van leven van mensen te verbeteren en de vraag naar, en daarmee de kosten van, zorg later in het leven te verminderen. Dat moet de zorg ook in de toekomst betaalbaar en toegankelijk houden, aldus de zorgautoriteit.
Zoals de NZa eerder al bekend maakt, krijgen zorgaanbieders de ruimte voor geïndiceerde preventie en zorggerelateerde preventie. Zorgverzekeraars kunnen dit stimuleren en inkopen. Het ministerie van VWS heeft besloten om vanaf 2019 de zogenoemde gecombineerde leefstijl interventie (GLI) te vergoeden vanuit de basisverzekering. De NZa maakt het per 2019 mogelijk om leefstijlcoaching in rekening te brengen voor mensen met overgewicht en obesitas. In Nederland komen zo’n vijf miljoen mensen in aanmerking voor leefstijlcoaching.
“De innovatieruimte is groot binnen de huidige regels”, schrijft de NZa hierover. “Toch is het voor partijen niet altijd even duidelijk wat de mogelijkheden zijn. Er wordt soms gesteld dat bekostiging van preventie niet kan of moeilijk gaat. Wij horen graag concrete voorbeelden en casuïstiek waar deze knelpunten zich voordoen.”
E-health
E-health is volgens de NZa een belangrijk instrument om de zorg voor de patiënt te verbeteren. “Het maakt de zorg doelmatiger”, stelt de zorgautoriteit. “Door de geïntroduceerde digitale consulten of telemonitoring van patiënten, kunnen behandelaren vaker zorg op afstand bieden. Patiënten kunnen die zorg dan thuis krijgen en hoeven niet naar de zorgaanbieder te reizen. Daarom stimuleert de NZa de inzet van e-health en hebben wij de mogelijkheden om e-health te leveren verruimd.”
De NZa heeft aan huisartsen en zorgverzekeraars voorgesteld om per 2019 makkelijker digitale consulten te declareren. “Het maakt niet meer uit op welke manier de huisarts het consult met de patiënt organiseert. Dat kan in de spreekkamer plaatsvinden, maar ook telefonisch, via de mail of op andere digitale wijze. In de medisch-specialistische zorg zijn de regels voor telemonitoring gewijzigd. Daardoor kunnen specialisten het monitoren van patiënten op afstand makkelijker declareren.”