Bij niet-gecontracteerde zorg storten zorgverzekeraars de vergoedingen niet op de rekening van de instelling, maar van de patiënt of cliënt. In het geval van verslavingszorg is dat niet mogelijk, zo bepaalde de rechtbank Zeeland-West-Brabant in een zaak tegen CZ en Menzis.
Dat schrijft de NRC op 15 januari. De zaak werd aangespannen door een groep verslavingsklinieken. Die waren bang geen geld meer te krijgen voor hun behandelingen. Als iemand met bijvoorbeeld een gokverslaving een groot bedrag krijgt overgemaakt van de zorgverzekeraar, dan is dat de kant op het spek binden, zo redeneren de instellingen. Daarnaast heeft iemand met een verslaving vaak schulden, en is er de kans dat de deurwaarder beslag legt op het geld.
Cessieverbod
Zorgverzekeraars CZ en Menzis hebben in hun polisvoorwaarden staan dat patiënten of cliënten geen andere bankrekeningen dan hun eigen mogen aanwijzen voor betalingen. Dat valt onder het zogenaamde cessieverbod. Die blijft bestaan, maar de rechter bepaalde dat dat niet kan opgaan voor verslavingszorg. Menzis is in deze zaak niet berispt door de rechter. De zorgverzekeraar had al aangeboden om aparte betalingsovereenkomsten te sluiten met aanbieders van verslavingszorg. CZ geeft aan blij te zijn met de uitspraak van de rechter, omdat het cessieverbod overeind is gebleven en er alleen voor deze specifieke groep een uitzondering is.
Instrumenten
Veel ggz-aanbieders zouden eigenlijk zien dat de ontheffing van het cessieverbod niet alleen geld voor verslaafden. Ook de bij vergoeding voor zorg aan verwarde personen zou een cliënt de zorginstelling moeten kunnen machtigen om betalingen te ontvangen. Of dat wettelijk geregeld gaat worden is nog maar de vraag. De beleidslijn van VWS is om de niet-gecontracteerde zorg zoveel mogelijk terug te dringen. Het cessieverbod is daar een van de instrumenten voor.