Nieuwe spelers hebben nauwelijks kans om toe te treden tot de markt voor huisartsen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) pleit daarom voor aanpassing van de regels waarmee de belemmeringen worden weggenomen. Uit de Monitor Huisartsenzorg blijkt dat nieuwkomers vooral worden gehinderd door het feit dat zorgverzekeraars niet selectief kunnen inkopen. Nu wordt van iedere huisarts levering van alle zorgprestaties verwacht. Dit sluit nieuwkomers die zich op bepaalde niches richten uit. Onwenselijk, vindt de NZa. De marktmeester in de zorg adviseert daarom aanpassingen in de regelgeving die de belemmeringen voor toetreding wegnemen.
Meer opleidingsplaatsen
Daarnaast pleit de NZa voor vergroting van het aantal opleidingsplaatsen en het inzetten van de zogeheten ‘verborgen capaciteit’. Zo zijn er in Nederland vele gepensioneerde of parttime huisartsen, die geen eigen praktijk hebben of bewust parttime werken. Die verborgen capaciteit kan volgens de NZa worden benut zorgprestaties functioneel te omschrijven. Op die manier kunnen ook andere zorgaanbieders huisartsenzorg kunnen leveren.
Tekort dreigt
De aanpassing van de regels is vooral nodig omdat de NZa een tekort aan huisartsen voorziet. Op dit moment zijn er op de markt voor huisartsenzorg geen grote overschotten of tekorten. Dit kan veranderen door de uittreding van mannelijke fulltime-huisartsen en toetreding van jonge vrouwelijke huisartsen die parttime werken. In combinatie met de vergrijzing kan dit de komende jaren leiden tot een tekort aan huisartsenzorg.
Kwaliteitsinformatie beperkt
Het beleid van het ministerie van VWS is er de laatste jaren op gericht de poortwachtersfunctie van de huisarts te versterken en meer zorgactiviteiten uit de tweede lijn door de huisarts te laten uitvoeren. De gemiddelde omzet per huisarts is hierdoor met vijftig duizend euro gestegen tussen 2005 en 2007.
De monitor laat ook zien dat er veel initiatieven zijn om de kwaliteit van huisartsen inzichtelijk te maken, maar deze hebben niet hebben geleid tot een grotere beschikbaarheid van kwaliteitsinformatie op het niveau van de huisarts. Zo is minder dan tien procent van de huisartsen NHG-geaccrediteerd. Dit vindt de NZa laag.