De methodes op grond waarvan de kwaliteit van ziekenhuizen worden vergeleken zijn vaak ondeugdelijk. Vooralsnog is er geen algemeen bruikbare methode om de kwaliteit van zorg te meten. Dat stelt Hester Lingsma, die onlangs aan de Erasmus Universiteit Rotterdam promoveerde.
Sterftecijfer
Lingsma vergeleek tien Nederlandse ziekenhuizen op basis van het percentage patiënten met een herseninfarct dat na zes maanden was overleden of gehandicapt geraakt. Dit percentage varieerde van 29 tot 78 procent. Deze enorme verschillen werden echter grotendeels veroorzaakt door de soorten patiënten die waren opgenomen. Slechts een klein deel was te wijten aan verschillen in zorg. Volgens Lingsma kan een ziekenhuis met een hoog sterftecijfer zelfs beter zijn dan een ziekenhuis met een laag sterftecijfer.
Openbaar
Gelet op deze ongerijmdheden vindt Lingsma dat de uitkomsten van kwaliteitsonderzoeken pas openbaar moeten worden gemaakt wanneer ze rekening houden met statistische onzekerheid en verschillen in patiëntenpopulaties. Anders zijn dergelijke uitkomsten volgens Lingsma enkel misleidend.
Kritiek op inspectie
In haar proefschrift uit Lingsma ook kritiek op de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De IGZ baseert uitkomsten vaak op kleine aantallen patiënten per ziekenhuis, slechts tientallen mensen. Dat maakt het kwaliteitsoordeel van de inspecteurs volgens Lingsma twijfelachtig en wekt de inspectie niet meer dan de schijn van transparantie.