De NPCF en MEE Nederland hameren op een snelle invoering van de Wet cliëntenrechten zorg (Wcz). Ze reageren daarmee op de oproep van de zorgaanbieders verenigd in de BoZ, die juist pleiten voor uitstel en mogelijk zelfs afstel van de Wcz.
Volgens de overkoepelende Brancheorganisaties Zorg (BoZ) is de samenhang van de Wcz met andere wetten ‘volkomen onduidelijk’ en werkt de Wcz ondoelmatigheid in de hand. Daarmee is het cliëntenbelang niet gediend, vindt de BoZ. In een blog in Skipr pleit directeur Wilna Wind van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) juist voor snelle invoering van de wet. “De rechtspositie van de cliënt wordt beter door de nieuwe wet”, aldus Wind. “Op dit moment maakt het voor de rechten van de cliënt uit of hij in een ziekenhuis behandeld wordt of zorg krijgt in een verpleeghuis. Straks heeft de cliënt overal dezelfde rechten en is de zorgaanbieder verplicht om ervoor te zorgen dat die rechten goed ingevuld worden.”
Borging
Het argument van de Wcz verwarring oproept doordat sommige rechten in verschillende wetten terugkomen, zoals de BoZ stelt, gaat volgens Wind niet op. “Hoewel de NPCF liever niet de instandhouding van de Wgbo naast de Wcz had gezien, zijn wij ervan overtuigd dat de rechten met de nieuwe wet goed geborgd zijn”, stelt Wind. “De Wgz zegt immers: van de bepalingen van deze wet kan niet ten nadele van de cliënt worden afgeweken.”
Te makkelijk
Ook directeur Jan de Vries van MEE Nederland heeft kritiek op de opstelling van de BoZ. “Vanzelfsprekend mogen zorgaanbieders waarschuwen voor afstemmingsproblemen tussen de verschillende wetten, onnodige juridisering en overbodige wetgeving”, aldus De Vries in een blog op de site van Skipr. “Maar het afwijzen van het wetsvoorstel is te makkelijk en doet geen recht aan de bestaande zorgpraktijk.”
Geen zorgen
Volgens De Vries is het argument dat de Wcz juridisering van de relatie tussen zorgverlener en cliënt in de hand werkt, niet steekhoudend. “Het aantal klachten in de zorg is relatief laag”, schrijft De Vries. “Dat komt vooral door de gebrekkige klachtenregeling en de afhankelijkheidsrelatie die er bestaat tussen cliënten en zorgverleners. Juist die afhankelijkheidsrelatie vraagt een stevige wettelijke borging van de cliëntenrechten. Zorgaanbieders die serieus werk maken van eigen regie en een goede relatie met hun cliënten, hoeven zich geen zorgen te maken over een juridisering van die relatie.”