Het Centraal Planbureau (CPB) is optimistisch gestemd over de toekomstige kosten van de vergrijzing. Volgens het CPB werpen maatregelen als de verhoging van de AOW-leeftijd, het snijden in overheidsuitgaven en hervormingen in de zorg hun vruchten af.
Hoewel de vergrijzing onverminderd doorzet zijn de stijgende uitgaven voor AOW en collectieve zorg onder controle, aldus het CPB. Dit “is vooral het gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd, hervormingen in de zorg, waardoor de uitgaven aan zorg voor ouderen lager uitkomen, en lagere uitgaven aan openbaar bestuur”, constateert het CBP.
Hoewel het CPB verwacht dat de collectieve zorguitgaven door de vergrijzing in 2060 meer dan 3 procent van het bbp hoger uitkomen dan in 2015, toch is deze stijging minder groot dan in eerderee analyses. Het CPB gaat daarbij wel uit van “constante arrangementen”. Dit betekent dat het aantal handen aan het bed constant blijft. De hoeveelheid zorgdiensten die verleend wordt, hangt af van de productiviteit van die handen. De hervorming van de zorg heeft volgens het CPB een uitgesproken positief effect op het houdbaarheidssaldo van de overheidsfinanciën.
Dit saldo van inkomsten en uitgaven van de overheid op lange termijn is volgens het CPB van een tekort van 4,5 procent in 2010 omgezet in een overschot van 0,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Het betekent dat de overheidsfinanciën houdbaar zijn en blijven, zelfs als vanaf 2018 de collectieve uitgaven met 0,4 procent zullen stijgen.