Het aantal kinderen (2-18 jaar) met een levensbedreigende vorm van overgewicht (morbide obesitas) is in 30 jaar tijd flink gestegen. Had in 1980 nog 0,08 procent van de kinderen de aandoening, in 2009 was dat 0,56 procent. Concreet komt dat neer op 18.500 kinderen met morbide obesitas.
Dat blijkt uit onderzoek van TNO in samenwerking met VUmc en het LUMC. De resultaten zijn dinsdag gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Plos One. Hoogleraar jeugdgezondheidszorg Remy Hira Sing vindt het aantal verontrustend. “De gevolgen kunnen ernstig zijn, kinderen met zulk overgewicht moeten zo snel mogelijk worden doorverwezen naar een specialist en geholpen worden.”
Landelijke Groeistudies
Volgens hem was er bijvoorbeeld in 1980 geen kind boven de 100 kilo. In 2009 waren dat er al 68. De conclusies zijn gebaseerd op een analyse van de cijfers uit de zogeheten Landelijke Groeistudies die in opdracht van het Ministerie van VWS elke 10 tot 15 jaar worden uitgevoerd. De eerste was in 1955, de laatste in 2009.
Afkomst
Morbide obesitas komt twee tot vier keer vaker voor bij kinderen van Turkse en Marokkaanse afkomst en bij kinderen waarvan de ouders relatief laag zijn opgeleid. Van de kinderen met morbide obesitas heeft 56 procent een verhoogde bloeddruk en 67 procent heeft een of meerdere risicofactoren voor hart- en vaatziekten.
Al in 1997 werd duidelijk dat de Nederlandse jeugd steeds zwaarder wordt. Deze trend heeft zich voortgezet. De Vijfde Landelijke Groeistudie laat zien dat er sindsdien een sterke toename in kinderen met morbide obesitas is. (ANP)