De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is positief over de samenwerking tussen de huisartsen en de wijkverpleging in Best gericht op de ondersteuning van kwetsbare ouderen. Punt van kritiek is dat niet alle partijen beschikken over de juiste relevante informatie.
Volgens de IGJ staan kwetsbare ouderen in Best daadwerkelijk centraal in het zorgnetwerk van huisarts, praktijkondersteuner ouderen en wijkverpleegkundige. Ouderen en hun mantelzorgers zijn tevreden over de samenwerking en vinden dat de zorg goed aansluit bij hun behoeften. Ouderen hebben zoveel mogelijk zelf de regie over de zorg. Mantelzorgers ervaren dat er oog is voor hun situatie. Zij kunnen met hun vragen of zorgen terecht bij de huisarts, de praktijkondersteuner ouderen van de huisarts en het team van de wijkverpleging. Bij de multidisciplinaire overleggen zijn cliënten en mantelzorgers aanwezig.
Laagdrempelig
Ook weten de huisarts, de praktijkondersteuner en de wijkverpleegkundige elkaar volgens de inspectie te vinden. Als voorbeelden noemt de IGJ de gezamenlijke huisbezoeken en multidisciplinaire overleggen. Dit zorgt voor laagdrempelig contact. Het Zorgprogramma kwetsbare ouderen biedt in Best een duidelijk kader en de noodzakelijke randvoorwaarden voor de zorg aan kwetsbare ouderen. De praktijkondersteuner speelt hierin een belangrijke coördinerende rol.
Wel zijn er volgens de inspectie nog verbeteringen mogelijk. Zo is de cognitieve problematiek van de ouderen niet altijd goed in beeld bij de wijkverpleging. Daarnaast zijn niet alle thuiszorgorganisaties goed op de hoogte van het Zorgprogramma kwetsbare ouderen.
Campagne
Het bezoek aan Best maakt deel uit van een IGJ-campagne gericht op netwerkzorg, met als doel een optimale inbedding en borging van deze zorg. Steeds meer kwetsbare ouderen blijven thuis wonen en krijgen zorg dichtbij huis. De kwaliteit van zorg hangt mede af van de samenwerking tussen de zorg- en hulpverleners in het zorgnetwerk rond de oudere. Om die reden bezoekt de IGJ de komende tijd zes gebieden in Nederland. Best is het eerste gebied dat de inspectie bezoekt voor dit netwerktoezicht. De inspectie bezoekt twee kleine gemeenten, twee middelgrote gemeenten en twee grote steden. Zo denkt de inspectie een gevarieerd beeld te kunnen krijgen van de samenwerking in de zorg voor kwetsbare ouderen in Nederland.