Bij het beoordelen van kwaliteit en kosten staat steeds vaker de patiënt centraal. Daarmee wordt de zorg wordt steeds transparanter. Dit concludeert adviesbureau KPMG Plexus in een onderzoek opdracht van Zorgverzekeraars Nederland (ZN).
Kwaliteit wordt volgens KPMG steeds minder gemeten vanuit het perspectief van de aanbieder, en juist meer vanuit het perspectief van de patiënt. Door de groeiende financiële druk op het zorgstelsel, zien aanbieders zich volgens Marc Berg, partner bij KPMG Plexus, gedwongen om duidelijk te maken wat de uitkomsten, opbrengsten en kosten zijn.
Debat
Met het onderzoek raakt KPMG Plexus aan het oplaaiende debat over uitkomstindicatoren versus proces- en structuurindicatoren. Ook Berg is van mening dat er lange tijd vooral naar de laatste groep indicatoren is gekeken. Het meten van de kwaliteit concentreerde zich op het bepalen of de professionals wel over de juiste training beschikten, of de operatiekamers aan de bouwvoorschriften voldeden en goed werden schoongemaakt en of de organisatie over de juiste protocollen beschikte.
Besef
“Vervolgens werd gekeken wat de professionals precies deden”, vult Berg aan. “Daarbij werd onder meer gekeken of de richtlijnen gevolgd werden, of patiënten de juiste medicatie kregen bij ontslag, of klinische registraties goed werden ingevuld en hoe lang patiënten moesten wachten totdat de juiste diagnose was gesteld of de behandeling gestart werd. De laatste jaren echter is het besef ontstaan dat dit soort indicatoren weliswaar belangrijk is voor aanbieders en professionals zelf, maar dat de waarde ervan voor patiënten, inkopers en de samenleving zeer beperkt is. In Nederland stappen we dan ook steeds meer over van het meten van de kwaliteit van de zorg geleverd door de aanbieders naar het meten van de kwaliteit van de zorg die ontvangen is door patiënten.”
Wereldleider
Berg constateert dat Nederland goed op weg is om de verschillende bronnen van kwaliteit en kosten te benutten. “We hebben geleerd dat vragenlijstjes richting aanbieders sturen niet de beste weg is om kwaliteitsinformatie te creëren”, aldus Berg. “Dat levert veel werk op voor aanbieders en uiteindelijk relatief nietszeggende indicatoren. Ook het instellen van allerlei overlegorganen om te komen tot het vaststellen van indicatoren werkt niet. Veel informatie is beschikbaar, maar wordt op dit moment zeer beperkt gebruikt. Het is dan ook de uitdaging om de verschillende informatiebronnen bij elkaar te brengen: klinische registraties, administratieve- en declaratiegegevens en patiëntenenquêtes.Op deze manier kan Nederland binnen twee tot drie jaar uitgroeien tot wereldleider als het gaat om transparantie in de kosten en de kwaliteit van de zorg.”